lessenserie didactiek taalvaardigheid

Doel:
5 tekstdoelen en bijbehorende tekstsoort(en) kunnen benoemen.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel:
5 tekstdoelen en bijbehorende tekstsoort(en) kunnen benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Welk doel kan een tekst
hebben?

Slide 2 - Carte mentale

Tekstdoelen
  • Informeren;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren;
  • Instrueren.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen EXTRA oefenen
  • Informeren;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren;
  • Instrueren.

Slide 5 - Diapositive

Informeren
  • Je leest feiten.
  • Er staat geen mening in.
  • Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek of een handleiding.

Slide 6 - Diapositive

Overtuigen
  • Je leest de mening van de schrijver.
  • Bijvoorbeeld: recensie, betoog, ingezonden brief in een krant.

Slide 7 - Diapositive

Activeren
  • Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan.
  • Bijvoorbeeld: advertentie, filmposter, verkiezingsaffiche.

Slide 8 - Diapositive

Amuseren
  • Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
  • Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.

Slide 9 - Diapositive

Instrueren
  • Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
  • Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.

Slide 10 - Diapositive

Tekstdoel?

Slide 11 - Diapositive

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 13 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 14 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 15 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 16 - Quiz

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 17 - Quiz

Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 18 - Quiz

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 19 - Quiz

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 20 - Quiz

Lastig?
Tijdens het zelfstandig werken leg ik het nog eens extra uit. 
Of bekijk het filmpje op de laatste dia.

Slide 21 - Diapositive

Vul nu in:
Ik heb in deze les geleerd dat...

Slide 22 - Question ouverte

Boek Nieuw Nederlands

Blz: 29 opdr 10 maken

Je gaat oefenen met tekstdoelen.

Schrijf drie verschillende korte teksten over hetzelfde onderwerp. Gebruik voor iedere tekst ten minste dertig woorden. De teksten moeten elk een ander doel hebben.
Kies uit de volgende onderwerpen of overleg met je docent: gladheid – handen wassen – mobiele telefoons – spruitjes.

Slide 23 - Diapositive

klaar? 
Werk samen met een klasgenoot. Lees elkaars teksten en bepaal van elke tekst het tekstdoel. Vertel ook waaraan je het doel van elke tekst herkent.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien