K4 start Schrijven

SCHRIJVEN KADER 4
Schrijven wordt op drie momenten getoetst:

Schoolexamen: BETOOG en ZAKELIJKE E-MAIL/ARTIKEL
Centraal examen: ZAKELIJKE E-MAIL/ARTIKEL
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

SCHRIJVEN KADER 4
Schrijven wordt op drie momenten getoetst:

Schoolexamen: BETOOG en ZAKELIJKE E-MAIL/ARTIKEL
Centraal examen: ZAKELIJKE E-MAIL/ARTIKEL

Slide 1 - Diapositive

Vorige week
Uitleg programma periode 2:
  • Leesboek + presentatie 
  • Kijk- en luistertoets (3 onderdelen)
  • Zakelijke mail maken -> tentamen\

    We hebben een start gemaakt met het oefenen van kijken en luisteren.  

Slide 2 - Diapositive

Vandaag

- Waarom goed schrijven?
- Zakelijke/persoonlijke teksten
- Tekstdoel en publiek
- Waar let je op als je gaat schrijven?


Hele periode/toets

- Brief/e-mail schrijven
- Artikel schrijven
- Vaste onderdelen in teksten
- Examenopdrachten

Eind: Schrijftoets

Slide 3 - Diapositive

Wat valt op?
Zoek eerst in stilte de fouten in deze mail. Denk aan:
Spelling
Indeling
Alinea's
Hoofdletters
Taalgebruik
timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

'Phishing'
Wat heeft goed schrijven en phishing met elkaar te maken?

Goed schrijven laat zien dat je te vertrouwen bent, dat je je verantwoordelijkheden kent en dat je je best doet.

Slide 5 - Diapositive

Deze periode...
Je kunt aan het einde van deze periode een zakelijke brief of e-mail schrijven.

Twee minuten: Schrijf in het werkboekje op waar je volgens jou op moet letten als het gaat om teksten schrijven.


timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

FORMEEL (zakelijk)

- Nette taal
- Beetje ouderwets (soms)
INFORMEEL (persoonlijk)

- Gewone taal
- Zoals je thuis, op school of op je werk praat (spreektaal)

Slide 7 - Diapositive

Tekstdoelen
Elke geschreven tekst heeft een bepaald doel, iets wat je bij je publiek wil bereiken.

Publiek: Voor wie de tekst oorspronkelijk geschreven is.
Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoel: Activeren én informeren
Publiek: Iedereen die het krantje krijgt... maar vooral de mensen die (graag) buiten werken/leven

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Maak in je werkboekje opdracht 1, 2 en 3:
Opdracht 3.1: Markplaatsadvertentie
Schrijf een marktplaatsadvertentie.
Let op je spelling, zorg dat je wat je wil verkopen uitgebreid beschrijft.

Opdracht 3.2: Reactie op niet nagekomen afspraken 




Je hebt iets gekocht op Marktplaats. Als je het thuis hebt gekregen, merk je dat er iets kapot aan is. Je stuurt een mail naar de verkoper:

- je vertelt dat je bij hem iets gekocht hebt (wat en wanneer en voor hoeveel geld)
- je vertelt dat er iets kapot is en legt uit wat precies
- je geeft aan dat dat niet de afspraak was
- je geeft aan dat je een oplossing zoekt
- je doet zelf een voorstel voor een oplossing

Stuur de mail in Magister naar de docent.

timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Nabespreken
- Waar heb je op gelet toen je de advertentie ging schrijven?

e-mail:
- Heb je er een aanhef boven gezet? (Beste meneer, Hallo, Dag,)
- Heb je alinea's gebruikt? Niet per se nodig bij een korte e-mail.
- Heb je afgesloten met een slotgroet en je naam? Groet, Met vriendelijke groet, Doei,

Slide 12 - Diapositive

Vandaag

phishing
(in)formele taal
tekstdoelen
publiek
advertentie en e-mail geschreven
Volgende keer

Wat is een goede e-mail/brief?
Formele zinnen schrijven

Slide 13 - Diapositive