Financiële zelfredzaamheid Huishoudboekje en budget

Financiële zelfredzaamheid 
Onderwerpen:
- Huishoudboekje
- Budgetteren

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapsonderwijsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Financiële zelfredzaamheid 
Onderwerpen:
- Huishoudboekje
- Budgetteren

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Lesdoelen huishoudboekje
- Uitleg over het huishoudboekje
- Lesdoelen budgetteren
- Uitleg over budgetteren


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen huishoudboekje
Aan het einde van de les weet ik wat :
- Budget en Budgettering is
-  De verschillende onderdelen uit welke het huishoudboekje is         opgemaakt benoemen.
- Kan ik werken in mijn 'huishoudboekje'



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het huishoudboekje
-  is een boekje waar jouw inkomsten en uitgaven in staan.
-  Alle inkomsten en uitgaven per periode opgesplitst (per maand/week/jaar)
- In een huishoudboekje kun je zien aan welke soorten goederen en diensten jij geld uitgegeven hebt (bijv. kleding, boodschappen en telefoon)
- Met een huishoudboekje kun je snel kijken aan welke goederen en diensten jij de ene maand meer geld uitgegeven hebt dan in een andere maand






Slide 5 - Diapositive

Budget en Budgetering
Budget = Bedrag dat je kan besteden 
Budgetering = Manier waarop je iets in je begroting opneemt
Voorspellen van uitgaven
Toekomstigen uitgaven

Slide 6 - Diapositive

Inkomsten

Inkomen uit arbeid:
- Loon
- Winst

Inkomen uit bezit
- Rente
- Huur
- Pacht

Overdrachtsinkomsten:
- Uitkering
Uitgaven

Vaste lasten 
- Contributie
- Belasting

Incidentele uitgaven
- Kleding
- Vakanties

Dagelijkse uitgaven
- Boodschappen
- Kapper
- Cadeautje

Slide 7 - Diapositive

Positief of negatief op je saldo
- Zijn de inkomsten groter dan de uitgaven --> positief resultaat

- Zijn de uitgaven groter dan de inkomsten --> negatief resultaat

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Inkomsten

Inkomen uit arbeid
- Loon
- Winst

Inkomen uit bezit
- Rente
- Huur
- Pacht

Overdrachtsinkomsten
- Uitkering

Uitgaven

Vaste lasten
- Contributie
- Belasting

Incidentele uitgaven
- Kleding
- Vakanties

Dagelijkse uitgaven
- Boodschappen
- Kapper
- Cadeautje

Slide 10 - Diapositive

Een tekort of een overschot?
- Als jouw inkomsten groter zijn dan jouw uitgaven --> overschot

- Als jouw uitgaven groter zijn dan jouw inkomsten ---> tekort


Slide 11 - Diapositive

Wat is een huishoudboekje?
A
Een boekje waar inkomsten en uitgaves kunnen staan
B
Een boekje waar alleen jouw inkomsten in staan
C
Een boekje waar alleen jouw uitgaves in staan
D
Een boekje waar al jouw inkomsten en uitgaves in staan per periode

Slide 12 - Quiz

Waarom is het belangrijk om een huishoudboekje te hebben?
A
Dan hoef je niet steeds op jouw uitgaves te letten
B
Je hoeft geen bonnetjes meer te bewaren
C
Je kunt makkelijker kijken of jij beter met jouw geld omgaat dan andere mensen
D
Je kunt in één keer zien of jij meer geld ontvangen hebt dan uitgegeven

Slide 13 - Quiz

Budget is............
A
Bedrag dat je krijgt
B
Bedrag dat je leent
C
Bedrag dat je kunt besteden
D
Bedrag dat je weggeeft

Slide 14 - Quiz

Uit welke twee onderdelen bestaat het huishoudboekje?
A
Uitgaven en vaste lasten
B
Inkomsten en uitgaven
C
Opbrengsten en kosten
D
Salaris en vaste lasten

Slide 15 - Quiz

Budgettering
A
manier waarop geld in je begroting opneemt
B
Bedrag dat je leent
C
Bedrag dat je kunt besteden
D
Bedrag dat je weggeeft

Slide 16 - Quiz

Welke van de volgende vier antwoorden hoort niet bij 'inkomsten in het huishoudboekje'?
A
Inkomsten in natura
B
Inkomsten van werk
C
Inkomsten uit goederen
D
Inkomsten kinderbijslag

Slide 17 - Quiz

Opdracht huishoudboekje
Open Excel op je PC (Excel online op portaalvoortalent.nl)

Docent geeft uitleg hoe je deze maakt

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting
- Wat hebben we geleerd over het huishoudboekje?

- Wat hebben we geleerd over ons budget?

- Hebben jullie nog vragen over het huishoudboekje of budget?



Slide 19 - Diapositive