Rekenen verhaalsommen

Rekenen
Verhaalsommen 
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Verhaalsommen 

Slide 1 - Diapositive

Op de klok staat 09:00
Hoe laat is het een 60 minuten later?

Slide 2 - Question ouverte

Als Esther weg gaat van school is het 15:30. Ze is thuis om 16:45.
Hoe lang loopt Esther erover?
A
60 minuten
B
85 minuten
C
1 uur en 15 minuten
D
15 minuten

Slide 3 - Quiz

De workshop schilderen begint om 10:30 uur en duurt 1 uur en 45 min.
Hoe laat is de workshop afgelopen?
A
13:00
B
11:15
C
12:45
D
12:15

Slide 4 - Quiz

Maurice heeft voor zijn hond 6 keer gebruikgemaakt van een hondenuitlaatservice.
Per keer wordt er 2 uur met de hond gewandeld.
Het uurtarief is € 5,50.
Hoeveel kost deze service voor 6 keer uitlaten?
A
€ 66,00
B
€ 33,00
C
€ 54,50
D
€ 68,50

Slide 5 - Quiz

Speelgoedwinkel
14,80
5,60
8,40
24,60
16,90

Slide 6 - Diapositive

Bart koopt de puzzel en de bal.
Hoeveel moet hij betalen?

Slide 7 - Question ouverte

Speelgoedwinkel
14,80
5,60
8,40
24,60
16,90

Slide 8 - Diapositive

Lot koopt de blokfluit en de potloden. Ze krijgt nog eens 10 % korting
Hoeveel moet ze betalen?

Slide 9 - Question ouverte

Thomas koopt een fiets van 590 euro. Hij krijgt € 205 korting. Hoeveel moet hij betalen?

Slide 10 - Question ouverte

Over precies 151 dagen is Luc weer jarig. Precies 2 weken later wil hij weer weten hoeveel dagen het nog duurt. Hoeveel dagen duurt het dan nog?

Slide 11 - Question ouverte

Lars heeft een tuintje met 168 bonenplantjes. Er gaan er 97 dood. Hoeveel heeft hij er nog over?

Slide 12 - Question ouverte

Roan betaalt een kilo snoep van 6,20 euro met allemaal munten van 20 cent. Hoeveel munten heeft hij nodig?

Slide 13 - Question ouverte

Pleun en Nienke hebben allebei evenveel geld. Pleun heeft 8 briefjes van 50. Hoeveel briefjes van 20 heeft Nienke?

Slide 14 - Question ouverte

De tuin bij Fien thuis is 175 vierkante meter groot. Bij Fenne thuis is de tuin 225 vierkante meter groot. Hoeveel vierkante meter is de tuin van Fenne groter dan die van Fien?

Slide 15 - Question ouverte

Peter koopt 4 pakken koek. In ieder pak zitten 16 koeken. Hoeveel koeken heeft hij gekocht?

Slide 16 - Question ouverte

Maartje gaat spaghetti maken voor 2 personen. Op het pakje staat dat ze voor 4 personen 450 gram gehakt moet gebruiken. Hoeveel gram gehakt heeft ze nodig?

Slide 17 - Question ouverte

Een meter dure stof kost 95 euro. Bente koopt er 3 meter van. Hoeveel moet ze betalen?

Slide 18 - Question ouverte

Pieter heeft 480 gram suiker. Hij gebruikt 155 gram voor het maken van zandkoekjes. Hoeveel gram houdt hij over?

Slide 19 - Question ouverte

Voor een hardloopwedstrijd moet Max 35000 cm hardlopen naar een pion en weer 350 meter terug. Hoeveel meter moet hij lopen?

Slide 20 - Question ouverte

Bij de supermarkt is een spaaractie om knuffels te sparen. Bij een volle kaart van 600 zegels mag je er 1 uitzoeken. Willem heeft al 426 zegels. Hoeveel zegels moet hij nog sparen voor een volle kaart?

Slide 21 - Question ouverte

Op vakantie in Zwitserland loopt Iris met haar ouders iedere dag 35 kilometer. Hoe ver hebben ze gelopen na 5 dagen?

Slide 22 - Question ouverte

Leah wil 1 kilo aardbeien afwegen. De weegschaal geeft al 420 gram aan. Hoeveel gram moet er nog bij?

Slide 23 - Question ouverte

Bij een dierenwinkel hebben ze een leuke actie. Iedere 30-ste bezoeker krijgt een leuke dierenknuffel. Vandaag waren er al 179 mensen in de dierenwinkel geweest. Hoeveel van die mensen hebben een dierenknuffel gekregen.

Slide 24 - Question ouverte

In een bos staan 110 dennen, 112 berken en nog 129 esdoorns. Hoeveel bomen staan er bij elkaar?

Slide 25 - Question ouverte

In een klein dorp kunnen 320 mensen wonen. Er wonen nu 217 mensen. Hoeveel mensen kunnen er nog bij?

Slide 26 - Question ouverte

Naar de dierentuin!
Groep 7 gaat met de auto naar de dierentuin. De meesters, juffen en een paar ouders rijden.



De groep bestaat uit 22 jongens en 11 meisjes.


Slide 27 - Diapositive

Hoeveel kinderen zitten er in totaal in groep 7?

Slide 28 - Question ouverte

In elke auto is plaats voor 3 kinderen. Hoeveel auto's zijn er nodig?
A
13
B
12
C
11
D
10

Slide 29 - Quiz

Entreeprijzen dierentuin





Per groep 1 begeleider gratis
Volwassenen
11,50 per peroon
Kinderen tot 12 jaar
10,75 per persoon
Groepen (minimaal 15 kinderen)
8,50 per persoon

Slide 30 - Diapositive

Hoeveel kost de entree van de dierentuin per kind?

Slide 31 - Question ouverte

Alle 33 kinderen krijgen een ijsje en frietjes
1,00
0,50

Slide 32 - Diapositive

Hoeveel euro moet de juf betalen voor de frietjes voor alle leerlingen?

Slide 33 - Question ouverte

Alle 33 kinderen krijgen een ijsje en frietjes
1,00
0,50

Slide 34 - Diapositive

Hoeveel euro moet de juf betalen voor de ijsjes voor alle leerlingen?

Slide 35 - Question ouverte

Alle 4 de ouders die mee gaan naar de dierentuin krijgen een bosje bloemen.
12,50

Slide 36 - Diapositive

Hoeveel moet de juf betalen voor de bloemen?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive