‹Revenir à la recherche

2.4 en 2.5 'Snelcursus'

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.4 en 2.5
- Kweken van weefsels
- Bacteriën, schimmels en planten 
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.4 en 2.5
- Kweken van weefsels
- Bacteriën, schimmels en planten 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel 2.4 en 2.5
2.4 (Kweken van cellen en organen)
- Je weet wat stamcellen zijn
- Je leert enkele toepassingen van de biotechnologie 

2.5 (Cellen van bacteriën, schimmels en planten)
- Je leert een aantal kenmerken van bacteriën, schimmels en plantencellen.
- Je leert de functie van glucose als bouwstof en reservestof
- Je leert de BiNaS te gebruiken voor de kenmerken van de vier rijken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamcellen
Vanuit één bevruchte eicel
ontstaat een heel mens
met verschillende typen
cellen. Dit gebeurt in 
stappen. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stamcellen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefselstamcellen
Die weefselstamcellen blijven je
hele leven delen en nieuwe
weefselcellen vormen. 
De stamcellen differentieren
niet verder. De gevormde
weefselcellen wel.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Nieren printen 
Blaas printen
(vanaf 10:50)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe donorwet
Vroeger: geen beslissing nemen = geen orgaandonatie
Nu: geen beslissing nemen = orgaandonatie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefseltechnologie
Weefseltechnologie maakt gebruik van stamcellen van patiënten om bepaalde weefsels te kweken

Lichaamseigen materiaal → geen gevaar op afstoting!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biotechnologie
Belangrijk voor:
  • Genezen van ziekten
  • Verbeteren van gewassen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suikerziekte
Type I - Slecht werkende 'eilandjes van Langerhans' in alvleesklier.
Geen insuline => suiker in het bloed kan niet goed gereguleerd worden, soms heel hoog, soms heel laag.

Biotechnologie biedt twee oplossingen:
- Insuline spuiten die door iets anders is aangemaakt
- Nieuwe alvleesklier maken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline maken

Door een bacterie aan te passen (genetische modificatie) kun je een bacterie maken die insuline produceert.

Gelukkig is er voor deze modificatie een BiNaS-tabel: 71M.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Plasmide: een klein ringvormig DNA-molecuul in een bacteriecel. 
Insuline maken
Bacterien bevatten kleine cirkel-
vormige stukken DNA: plasmides.
Daar kun je een gen in plaatsen
van bijvoorbeeld de mens. De
bacterie gaat dan het eiwit
maken dat door dat gen gecodeerd
wordt. Bijvoorbeeld insuline-gen!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit wat genetische modificatie betekent

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Matchis stamceldonatie 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe alvleesklier
Transplantatie van een 'vreemde'
alvleesklier kan problemen
geven met afstoting.

Met weefseltechnologie kunnen
artsen de stamcellen van de patient
voorzien van een werkend insuline-gen
en terugplaatsen. Deze cellen gaan dan
werkende alvleeskliercellen maken door te delen.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk 
maken opdracht 73, 77, 81, 84, 86

klaar examentraining maken 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paragraaf 2.5
Planten, bacteriën en schimmels

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elk rijk andere cellen...
Dieren kennen we nu al.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet elk rijk heeft dezelfde organellen
'Moet ik uit mijn hoofd kennen welke organellen elk rijk heeft?'

Een cel van alle rijken staat in de BiNaS (78 en 79ABC) met de organellen die ze hebben. Dus geen stress.

Je moet natuurlijk van de organellen wel de functie kennen!

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vier rijken - celkenmerken

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt zelf organische stoffen
Heterotroof: organische stoffen uit andere organismen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten, bacteriën en schimmels
- Kijk bij elke cel goed wat voor organellen erin zitten.
- Kijk tegelijk in de BiNaS bij tabel 78/79ABC of je dezelfde onderdelen als in de LessonUp kan herkennen.

Aan het eind staan een paar 'controlevragen'.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten
Komt ook in
een dierencel
voor
Welke organellen
hebben planten
wel, maar dieren
niet? 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantencellen 
Celwand: extracellulaire laag, meestal gemaakt van cellulose.
 
Geeft de plantencel vorm en stevigheid.

--> veel steviger dan alleen membraan

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantencellen 
(Centrale) vacuole:
grote blaas (membraan) met water en opgeloste stoffen (soms kleurstoffen, bijv paars)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantencellen 
Bladgroenkorrels/ chloroplasten: hier vindt fotosynthese plaats (aanmaak van glucose met water en CO2).
Groene plastide (gekleurde organellen).

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantencellen 
Andere plastiden: Amyloplasten: opslag zetmeel
Chromoplasten: kleurstofkorrels (geel - rood)

Plastiden kunnen in het leven van een plant veranderen van de één naar de ander

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Chloroplast naar amyloplast
B
Chromoplast naar chloroplast
C
Chloroplast naar chromoplast
D
Amyloplast naar chromoplast

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Chloroplast naar amyloplast
B
Chromoplast naar chloroplast
C
Chloroplast naar chromoplast
D
Amyloplast naar chloroplast

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten: Autotroof en eukaryoot

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecellen 
DNA:
cirkelvormig DNA vrij in het cytoplasma

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecellen 
Plasmide:
Naam van klein cirkelvormig DNA-molecuul

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecellen 
Celwand:
Altijd aanwezig bij bacteriën

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecellen 
Kapsel:
Bescherming tegen afweerstoffen, niet altijd aanwezig

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriecellen 
Flagellen:
Zweepstaarten voor voortbeweging

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriën: Prokaryoot

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmelcellen
Celwand (gemaakt van chitine), vacuole.
(kijk naar 3.1 hoe schimmels zichzelf voortplanten!)

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eencellige schimmels: gist!
Bij de afbraak van glucose (buiten de mitochondriën) produceren ze alcohol en CO2.
Hierdoor wordt brood luchtig 
en krijgen bier en wijn hun alcohol.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meercellige schimmels

Veel schimmels zijn detrivoren -->
ze eten dood organisch materiaal.

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meercellige schimmels: paddenstoelen
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen (sporenvormers/ verspreiders) van schimmels.
 
Het grootste deel van het organisme bevindt zich onder de grond (schimmeldraden)

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels: Heterotroof en eukaryoot

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gegeven cel heeft een celmembraan, een celwand, maar geen celkern.

Uit welk rijk komt deze cel?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een tekst wordt gesproken over een autotroof organisme. Uit welke rijken kan dit organisme sowieso NIET zijn?

Slide 50 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
2.5  opdracht 87, 90, 96, 103 

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mitochondrium is, net als bladgroenkorrels, een plastide.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 52 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

2.4 en 2.5 'Snelcursus'

- Leçon avec 40 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

2.5 Cellen van bacteriën, schimmels en planten 4H 2122

- Leçon avec 31 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

2.5 Cellen van bacteriën, schimmels en planten 4H

- Leçon avec 30 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

2.5 Bacteriën, schimmels en planten 5H herhaling 2425

- Leçon avec 20 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

2.5 - Cellen van bacteriën, schimmels en planten

- Leçon avec 21 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

§2.5 - Bacteriën, schimmels en planten

- Leçon avec 26 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

4V 2.2 Cellen dl1 + microscopie

- Leçon avec 19 diapositives
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

2.2 Cellen van bacteriën, schimmels en planten

- Leçon avec 22 diapositives
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4