2.1.2 licht en schaduw

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

SCHETSOPDRACHTEN:
LICHT



sfeer en dramatiek door licht en donker
slag- en eigen schaduw

Slide 2 - Diapositive

Bepaal de lichtbron, en breng schaduw aan in dit portret

Slide 3 - Diapositive

Hier zie je twee voorbeelden van schaduw in het portret. Waar staat de lichtbron

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Dit is de slagschaduw
Licht & Schaduw
Dit is een silhouet.

Slide 6 - Diapositive

Beeldaspect LICHT
lichtbron: 
natuurlijk / kunstmatige lichtbron
licht / donker contrast
clair-obscur
lichtrichting / lichtval:
mee- / zij- / tegen- / strijklicht
schaduweffecten:
eigen- / slag- schaduw
glimlicht
silhouet


Slide 7 - Diapositive

Lichtbron
Een lichtbron is een object dat licht uitzendt. Er zijn 2 soorten lichtbronnen; natuurlijk & kunstmatig licht.

Slide 8 - Diapositive

Kunstmatig licht
Licht dat gemaakt is door de mens zoals een lamp, kaars, gloeilamp etc.

Slide 9 - Diapositive

Licht-donker contrast
  • Dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren. 
  • Wit -zwart is het grootste contrast.
  • Je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit.

Slide 10 - Diapositive

Claire-obscur
Claire- obscur is Frans voor licht donker. Dit is een lichteffect met een groot contrast tussen de uitgelichte onderdelen en donkere schaduwplekken.

De nadruk ligt hierbij op de lichte delen.

Alles wat donker is, wordt naar de achtergrond gedrongen.

Slide 11 - Diapositive

Meelicht
Meelicht is licht dat van voren - met de kijker mee - op de voorstelling valt. Bij meelicht is vaak slagschaduw te zien.

Slide 12 - Diapositive

Zijlicht
Bij zijlicht komt het licht van opzij. Dat kun je zien aan de slagschaduw.

Slide 13 - Diapositive

Tegenlicht
Tegenlicht is het tegenovergestelde van meelicht; het licht schijnt je tegemoet. Bij fel tegenlicht zie je alleen een silhouet (donkere schaduw vorm met zichtbare omtrek).

Een voorbeeld van tegenlicht is een laagstaande zon die in je ogen prikt.

Slide 14 - Diapositive

Strijklicht
Strijklicht strijkt over een oppervlak heen. Als bijvoorbeeld de zon opkomt of onder gaat. Vaak glijdt dit soort licht laag over de grond, wanneer de zon dus laag aan de hemel staat, en dat is automatisch in de ochtend en avond. Je ziet vaak een mooie gloed of glans. Vaak zorgt strijklicht voor een romantisch effect, het is ook geen fel licht, maar heel zacht.  

Tip: Denk aan een foto buiten (of binnen) waarbij je strijklicht vast legt. Buiten is vaak wel het mooiste effect wanneer de zon opkomt of onder gaat.  

Slide 15 - Diapositive

Slagschaduw
Slagschaduw is de schaduw die een object "werpt" op een ondergrond of achtergrond.


Slide 16 - Diapositive

Eigen schaduw en slagschaduw

Slide 17 - Diapositive

Gebroken schaduw
Een gebroken schaduw is een slagschaduw die doorloopt van de grond op een ander oppervlak, bijvoorbeeld een muur.

Slide 18 - Diapositive

Silhouet
Een donker schaduwbeeld met zichtbare omtrek. Vaak ontstaat dit door tegenlicht.

Slide 19 - Diapositive

Glimlicht
Op glimmende voorwerpen zie je allemaal witte vlekken, dat zijn glimlichten. Glimlichten ontstaan door weerkaatsing van het licht op gladde voorwerpen.

Slide 20 - Diapositive

Eigenschaduw & slagschaduw
Eigen schaduw:
Schaduw op het voorwerp zelf

Slag schaduw:
Schaduw die het voorwerp op de ondergrond of achtergrond achter laat.

Slide 21 - Diapositive

slagschaduw en schaduwen op de 
schoen maken de tekening ruimtelijk

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 1:  Teken een bol met schaduw en slagschaduw

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Opdracht 2:  

Teken een voorwerp met schaduw en slagschaduw

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive



Grote opdracht:
  Teken een illussie  doormiddel van licht & schaduw,
met potlood 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive