Algemeen

Algemeen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Algemeen

Slide 1 - Diapositive

Pak je wisbordje!

Slide 2 - Diapositive

... jaar
Een jaar heeft 4 ...............
Een jaar heeft 12 ................
Een jaar heeft 52 ...............
Een jaar heeft 365 ..............
Saar: meervoud en enkelvoud

Slide 3 - Diapositive

het jaar
  • Een jaar heeft 4 seizoenen
  • Een jaar heeft 12 maanden
  • Een jaar heeft 52 weken
  • Een jaar heeft 365 dagen*

Slide 4 - Diapositive

de krokus
Luister / kijk nu naar een filmpje over de 4 seizoenen.
Na het filmpje ga ik ga vragen stellen. 
Vooral over de lente!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

  • Welk seizoen begint deze maand?
  • de herfst

Slide 7 - Diapositive

het seizoen - de seizoenen
  • lente      zomer      herfst       winter 

Slide 8 - Diapositive

Dus de seizoenen zijn: 

Slide 9 - Diapositive

  • de lente = het voorjaar
  • de zomer
  • de herfst = het najaar
  • de winter

Slide 10 - Diapositive

Spreekoefening
1. Welk seizoen vind jij het fijnst?
2. Wat voor kleren draag je in de winter?
3. Wanneer ga je zwemmen?
4. Wanneer maak je een sneeuwpop?

Slide 11 - Diapositive

de 4 seizoenen:
  • de lente: 21 maart - 21 juni
  • de zomer: 21 juni - 21 september
  • de herfst: 21 september - 21 december
  • de winter: 21 december - 21 maart

Slide 12 - Diapositive