De seizoenen
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke seizoenen zijn er?
Slide 2 - Question ouverte
Welk seizoen is het nu?
A
Herfst
B
Winter
C
Lente
D
Zomer
Slide 3 - Quiz
Sleep de data naar het juiste seizoen
winter
lente
zomer
herfst
21 juni
21 december
21 september
21 maart
Slide 4 - Question de remorquage
Wanneer begint de lente?
A
1 maart
B
1 april
C
21 maart
D
22 maart
Slide 5 - Quiz
In welk seizoen vallen de bladeren?
A
Lente
B
Herfst
C
Zomer
D
Winter
Slide 6 - Quiz
Welk seizoen is het in juli?
A
Herfst
B
Zomer
C
Lente
D
Winter
Slide 7 - Quiz
Seizoenen
Sleep de plaatjes naar het juiste seizoen
Zomer
Winter
Lente
Herfst
Slide 8 - Question de remorquage
Welk seizoen is meestal het koudst?
A
Lente
B
Herfst
C
Zomer
D
Winter
Slide 9 - Quiz
Wanneer begint de zomer?
A
21 september
B
21 maart
C
21 december
D
21 juni
Slide 10 - Quiz
Welk seizoen hoort bij dit muziekstuk?
Vivaldi 1
A
Zomer
B
Herfst
C
Winter
D
Lente
Slide 11 - Quiz
Welk seizoen begint op 21 december?
A
zomer
B
winter
C
herfst
D
lente
Slide 12 - Quiz
Welk seizoen is meestal het koudst?
A
Lente
B
Herfst
C
Zomer
D
Winter
Slide 13 - Quiz
Welk seizoen zie je?
A
Zomer
B
Lente
C
Herst
D
Winter
Slide 14 - Quiz
Welk seizoen komt na de zomer?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst
Slide 15 - Quiz
Welk seizoen komt na de lente?
A
winter
B
zomer
C
herfst
