les 9-5-2022

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

- je mobieltje is in de telefoontas!

- je zit op je vaste plekje en je bent stil!

- je hebt je werkboek op tafel liggen!

- je tas ligt netjes op de grond

Was machen wir heute:

- korte herhaling

- Voorzetsels met de 4de naamval

- oefeningen

Het voltooid deelwoord

Wat is de hoofdregel van het voltooid deelwoord?

1. stam + t
2. ge + stam + d
3. stam + d
4. ge + stam + t

De regel wanneer de stam op een -d/-t eindigt, is dus...

ge + stam + ...

1. t
2. d
3. et
4. ed

Wat is het voltooid deelwoord van wohnen?

1. gewohnd
2. gewohnt
3. gewohnen
4. gewohnet

Wat is het voltooid deelwoord van baden?

1. gebadet
2. gebaden
3. gebaded
4. gebadedt

Wat is het voltooid deelwoord van suchen?

1. sucht
2. gesuchen
3. gesucht
4. gesuchet

Wat is het voltooid deelwoord van chatten?

1. chattet
2. chatted
3. gechattet
4. gechatted

Voorzetsels met de 4de naamval

Deze pers vnw. heb je al geleerd...

ik	ich
jij	du
hij	er
zij	sie
het	es
wij	wir
jullie	ihr
zij	sie
u	Sie

Deze persoonlijke voornaamwoorden staan in de eerste naamval 

Dit is nieuw...

mij	mich
jou	dich
hem	ihn
haar	sie
het	es
ons	uns
jullie	euch
hen	sie
u	Sie

Deze persoonlijke voornaamwoorden staan in de vierde naamval 

De voorzetsels van de vierde naamval

durch	door
für	(bestemd) voor, ergens vóór zijn
ohne	zonder
um	om
gegen	tegen

Na deze voorzetsels volgt de 4de naamval  

Voorbeelden

Peter spielt gegen dich.

Wir essen ohne euch.

Machst du dir Sorgen um mich?

Die  Cola ist für ihn.

Vertaal: om

1. ohne
2. um
3. für
4. durch

Vertaal: zonder

1. tegen
2. ohne
3. om
4. met

Vertaal: door

1. ohne
2. um
3. für
4. durch

Vertaal: tegen

1. gegen
2. ohne
3. für
4. mit

Vertaal: voor

1. für
2. ohne
3. um
4. mit

voor mij

zonder hem

door jullie

om je 

um dich

ohne ihn

für mich

durch euch

werkboek oefeningen:

- pagina 69/70 opdracht 8 / 9 / 10 / 11 maken

- vanaf pagina 71 opdracht 1 / 2 / 3 maken

Bis Donnerstag! Tschüss!

Hoe heb jij vandaag gewerkt?
Geef jezelf een cijfer. (1=slecht en 5=heel goed)

1

2

3

4

5