10 en 11 nov 22 Verbeteren Motivatiebrief en start leesvaardigheid
H4N
Welkom
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
H4N
Welkom
Slide 1 - Diapositive
Programma deze week
Feedback geven Motivatiebrief
Uitleg leesvaardigheid
Lezen in Kwaad Bloed
Terugkoppeling spellingtoets
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat je moet verbeteren in je motivatiebrief en heb je inzicht in je spelling.
Slide 3 - Diapositive
Vragen over Kwaad Bloed?
Huiswerk voor vandaag
Slide 4 - Diapositive
Spellingtoets analyseren
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat staat je te doen?
Slide 7 - Diapositive
Motivatiebrief
Slide 8 - Diapositive
Hulpmiddel: schrijfplan
Slide 9 - Diapositive
Hulpmiddel: schrijfplan
Slide 10 - Diapositive
Hulpmiddel: schrijfplan
Slide 11 - Diapositive
Zelfstandig werken
wissel je brief uit met je klasgenoot en vul het feedbackformulier in
verbeter je brief en lever deze in via Magister Opdrachten. Deadline: vandaag 20.00 uur
lees verder in Kwaad Bloed en maak aantekeningen over de personages en hun karakters, tijd, ruimte,...
Slide 12 - Diapositive
Welke vragen heb je nog?
....
tot morgen!
Slide 13 - Diapositive
H4N
Welkom
Slide 14 - Diapositive
Leerdoel
Je kunt het onderwerp, de hoofdgedachte en het tekstdoel halen uit een tekst. Ook kun je de inleiding en het slot herkennen.
=> TEA2: Leesvaardigheid
Slide 15 - Diapositive
Leesvaardigheid
Herhaling theorie onderbouw
Slide 16 - Diapositive
www.volkskrant.nl
Slide 17 - Lien
Welke tekstdoelen ken je nog?
...
informeren: veel feiten
activeren: je moet letterlijk iets gaan doen als lezer
overtuigen: veel argumenten
amuseren
opiniëren => schrijver geeft voor- en nadelen van iets en laat de lezer zelf een mening vormen
Slide 18 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
...
Onderwerp geeft aan waar de tekst over gaat. Vaak één woord of paar woorden.
Bijv: "Deze tekst gaat over boekverfilmingen"
Hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over dat onderwerp gezegd wordt
Bijv: "Boekverfilmingen vallen vaak tegen als je het boek eerder hebt gelezen."
Slide 19 - Diapositive
Wat kan een hoofdgedachte zijn bij het onderwerp 'goedkope vliegreizen' ?
...
bv: Door de lage prijzen is het aantal vluchten de laatste tien jaar enorm toegenomen.
bv: De brandstofprijzen maken intercontinentale vluchten nu erg duur
Slide 20 - Diapositive
Wat is het onderwerp bij deze hoofdgedachte?
Het is onverstandig om na de havo-opleiding door te stromen naar het vwo.
=> doorstromen van havo naar vwo
Er moet statiegeld voor petflessen worden ingevoerd.
=> statiegeld voor petflessen
Slide 21 - Diapositive
Inleiding: trekt aandacht van lezer en introduceert het onderwerp
Anekdote, prikkelende vraag, citaat of sprekend voorbeeld maken inleiding aantrekkelijk
Onderwerp introduceren door:
Er worden een of meer vragen gesteld.
Er wordt een mening (standpunt) geformuleerd.
Er wordt een probleem geschetst.
Slide 22 - Diapositive
Slot:
Bevat hoofdgedachte of conclusie (signaalwoorden: kortom, al met al, ..) of een samenvatting (niet bij korte teksten);
Slot kan ook een afweging, aanbeveling (advies) of toekomstverwachting bevatten
Slide 23 - Diapositive
Een hoofdgedachte van een tekst is altijd een mededelende zin (dus geen vraag).
A
dat is juist
B
dat is onjuist
Slide 24 - Quiz
Veel uitleg in een tekst is een kenmerk van het tekstdoel overtuigen
A
dat is juist
B
dat is onjuist
Slide 25 - Quiz
Welke twee functies heeft de inleiding van een tekst?
A
aandacht trekken
conclusie melden
B
aandacht trekken
onderwerp introduceren
C
onderwerp introduceren standpunt geven
D
toekomstverwachting en standpunt geven
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Question ouverte
Dinsdag waren in de Verenigde Staten tussentijdse verkiezingen, maar niet iedereen mocht meedoen. Veel gedetineerden bijvoorbeeld raakten hun stemrecht kwijt en het is de vraag of ze het ooit terugkrijgen. Zo ook Wendell Johnson uit Mississippi. Hij wil zijn stem terug.
A
het onderwerp is 'verkiezingen'
B
het onderwerp is 'gedetineerden'
C
het onderwerp is 'gedetineerde kiezers'
D
het onderwerp is Wendell Johnson
Slide 28 - Quiz
Zelfstandig werken
Lezen en opdrachten maken in Nieuw Nederlands Online: paragraaf 1 en 2 Basiscursus. Opdrachten staan klaar in de planning
Kwaad bloed lezen (t/m pag. 79) en aantekeningen maken