'Nieuwe natuur, maar mijn geschiedenis weg'

Jeelo Bron 1761
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Jeelo Bron 1761

Slide 1 - Diapositive

Werken met kleurtjes
Samen met de juf/meester.
Onderstreep de volgende onderdelen;
- Titel -> rood
- Tussenkopjes -> oranje

Slide 2 - Diapositive

Waar zal deze tekst over gaan?

Slide 3 - Question ouverte

Opdracht 1
1. Bekijk eerst het filmpje.
2. Leg aan je schoudermaatje uit wat je hebt gezien.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Polder 

Slide 6 - Diapositive

Wat is een polder?
A
Een stuk land met heel veel pollen.
B
Een kar waar je spullen mee kan vervoeren.
C
land met dijken eromheen, waarvan men de waterstand kan regelen
D
Een ouderwetse dans.

Slide 7 - Quiz

Doelen
Leesdoel: je leert over de nieuwe bestemming van landbouwgrond in de Crezéepolder en dat grond voor mensen verschillende betekenissen kan hebben.

Leerdoel: je leert verwijswoorden aan te wijzen in een tekst en je kunt benoemen waarna ze verwijzen. 
 


Slide 8 - Diapositive

Moeilijke woorden
De juf leest de tekst voor.
Jij zet groene strepen onder de moeilijke woorden.

Slide 9 - Diapositive

Kies 1 moeilijk woord uit waar je uitleg over wilt krijgen.

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat is landbouwgrond
A
Grond waar je hotels op kan bouwen.
B
Grond dat gebruikt wordt om groente of graan te verbouwen.
C
Grond dat gebruikt wordt om dieren op te houden.
D
Grond waar je met je lego op kan bouwen.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

De juf doet voor....
Ik lees de tekst en ga opzoek naar een verwijswoord, deze onderstreep ik.

Dan stel ik mezelf een vraag; Waar verwijst het woordje het naar?

Ik geef het antwoord in de tekst een blauwe kleur.

Slide 17 - Diapositive

Wij
We lezen samen de tekst verder......

1. Klap in je hand als je een verwijswoord hoort.
2. Onderstreep het verwijswoord (met een andere kleur).
3. stel jezelf de vraag; Wie is haar?
4. Geef het antwoord dezelfde kleur.

Slide 18 - Diapositive

Jullie
Nu met je schoudermaatje.

1. onderstreep een verwijswoord.
2. Stel jezelf een vraag; Wie of wat is.......
3. kleur het antwoord in.

Slide 19 - Diapositive

Jij
1. onderstreep een verwijswoord.
2. Stel jezelf een vraag; Wie of wat is.......
3. kleur het antwoord in.

Slide 20 - Diapositive

Ga nu zelf aan de slag
Vergeet niet de juiste 
met de rest van de tekst.
stappen te nemen.

Slide 21 - Diapositive

Vraag 1
Zou jij je woonplek opgeven voor de natuur?

Slide 22 - Diapositive

Er komt nieuwe natuur in de Polder maar de mensen moeten weg, weet jij een oplossing?

Slide 23 - Question ouverte

Verwerkingsopdracht
Vouw een A4 over de breedte.

Maak twee tekeningen naast elkaar: 
een van een polder met landbouwgrond en een van een polder die is 'teruggegeven' aan de natuur.

Slide 24 - Diapositive

Welke verwijswoorden heb je gevonden?

Slide 25 - Carte mentale

Ik heb geleerd wat verwijswoorden zijn?
A
Ja
B
Nee
C
Ik snap het nog steeds niet!
D
Bijna ;-)

Slide 26 - Quiz