MWU 8.2


MWU 8.2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


MWU 8.2

Slide 1 - Diapositive

Uit welke twee organen bestaat het bloedvatenstelsel?

Slide 2 - Question ouverte

Welke 3 typen bloedvaten heb jij?

Slide 3 - Question ouverte

Slagaders
Aders
Haarvaten
Lopen door al je organen
Vervoert bloed vanaf organen weer naar je hart
Vervoert bloed vanaf hart naar alle organen
Aorta
Holle ader
Dikke gespierde wand en bloed stroomt snel
Hele dunne wand met gaatjes
Slappe en dunne wand
en bloed stroomt langzaam
Kleppen zorgen ervoor dat bloed de goede kant op stroomt
Zuurstof en glucose naar cellen van orgaan en afvalstoffen eruit

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Geef de namen van de onderdelen van de bloedsomloop (afbeelding vorige slide). Noteer als volgt:
1 = onderdeel
2 = onderdeel

Slide 6 - Question ouverte

Bloed stroomt het hart in en maakt vervolgens de route af om het hart weer te verlaten. Welke onderdelen passeert het bloed achtereenvolgens? Begin bij de onderste en bovenste holle ader. Noteer als volgt:
1 = onderste en bovenste holle ader
2 = rechterboezem
3 = ..

Slide 7 - Question ouverte

Welk rondje maakt de kleine bloedsomloop?

Slide 8 - Question ouverte

Welk rondje maakt de grote bloedsomloop?

Slide 9 - Question ouverte

In de aorta en de longslagader zitten
A
hartkleppen
B
slagaderkleppen

Slide 10 - Quiz

Tussen de boezems en de kamers zitten de
A
hartkleppen
B
slagaderkleppen

Slide 11 - Quiz

zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed
Rechterboezem
Linkerboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Longslagader
Haarvaten
Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Aorta
Longader

Slide 12 - Question de remorquage

Geef het schema van verbranding.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Geef de namen van de onderdelen van het hart (afbeelding vorige slide). Noteer als volgt:
1 = onderdeel
2 = onderdeel

Slide 15 - Question ouverte

Stap 1 (boezems trekken samen)
Stap 3 (hartpauze)
Stap 2 (kamers trekken samen)

Slide 16 - Question de remorquage

Stap 1: boezems trekken samen
- Het bloed wordt vanuit de boezems/kamers naar boezems/kamers gepompt
- De hartkleppen zijn open/dicht
- De slagaderkleppen zijn open/dicht

Slide 17 - Question ouverte

Stap 2: kamers trekken samen
- Het bloed wordt vanuit de kamers richting de ... en ... gepompt
- De hartkleppen zijn open/dicht
- De slagaderkleppen zijn open/dicht

Slide 18 - Question ouverte

Stap 3: hartpauze
- Het bloed stroomt vanuit .. en .. in de ..
- De hartkleppen zijn open/dicht
- De slagaderkleppen zijn open/dicht

Slide 19 - Question ouverte

De kransslagaders
A
vervoeren zuurstof en glucose naar de cellen van het hart
B
vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartcellen naar een holle ader

Slide 20 - Quiz

De kransaders
A
vervoeren zuurstof en glucose naar de cellen van het hart
B
vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartcellen naar een holle ader

Slide 21 - Quiz

Noteer stap voor stap welke weg een glucosedeeltje aflegt vanuit de dunne darm naar de beenspier.

Slide 22 - Question ouverte

Noteer stap voor stap welke weg koolstofdioxide aflegt vanaf de beenspier naar de longen.

Slide 23 - Question ouverte

Bij het meten van de bloeddruk wordt onderscheid gemaakt tussen de bovendruk en de onderdruk. Wanneer vinden beide plaats tijdens de hartslag?

Slide 24 - Question ouverte

Hoe ontstaat een hartinfarct?
Hoe kan dit verholpen worden?

Slide 25 - Question ouverte