Lezen hoofdstuk 4 herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lezen hoofdstuk 4

tekstverbanden

Een tekstverband...

Bepaalt waarom twee tekstgedeeltes, twee zinnen of zelf een aantal woorden bij elkaar horen. 

Denk aan: Ik heb hard gewerkt. Ik heb al mijn huiswerk af.

Deze zinnen horen bij elkaar, maar zijn nog niet verbonden.

Ik heb hard gewerkt, daardoor heb ik al mijn huiswerk af. 

Het woord 'daardoor' is het SIGNAALwoord dat de zinnen met elkaar verbind. 

Maak zelf een verband tussen de volgende zinnen.
Mijn moeder is boos. Ik ben te laat thuisgekomen.

Tekstverbanden en signaalwoorden

Chronologisch tekstverband: geeft aan dat iets in een bepaalde volgorde gebeurt.

Signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens

Tekstverbanden en signaalwoorden

Opsommend verband:

Noemt allemaal dingen achter elkaar. 

Signaalwoorden: ook, en, bovendien, verder

Tekstverbanden en signaalwoorden

Tegenstellend verband:

Je noemt het tegengestelde van iets. 

Signaalwoorden: maar, echter, toch, daarentegen, hoewel

Tekstverbanden en signaalwoorden

Toelichtend verband:

Geeft een voorbeeld of een uitleg.

Signaalwoorden: zoals, bijvoorbeeld, neem nou, denk aan

Zorg dat je nu eerst de tekst leest.

De vragen volgen. 

Beantwoord de vragen zo goed mogelijk.

Je mag je boek gebruiken. Op bladzijde 102 staan nog veel signaalwoorden. 

Wat is het onderwerp van de tekst?
Lees de tekst oriënterend.

1. beroepswielrenners
2. groeiend aantal racefietsen
3. vrouwelijke wielrenners
4. wielrennen voor beginners

Wat betekenen de volgende woorden uit de tekst? 

doorgronden

Intensiteit

Een stok achter de deur

alternatief

hevigheid

iets wat je dwingt om iets te doen waar je misschien geen zin in hebt

helemaal goed begrijpen

Andere mogelijkheid

Aan welk signaalwoord herken je de opsomming in alinea 1?

Welke reden wordt in alinea 2 gegeven voor de groeiende populariteit van wielrennen?

Welk tekstverband herken je in alinea 2?

1. Chronologisch verband
2. Opsommend verband
3. Tegenstellend verband
4. Toelichtend verband

Hoe voorkom je zadelpijn? (al. 3)

1. Door de juiste maat fiets te kopen.
2. Door een fietsbroek met goede zeem te dragen.
3. Door veel te fietsen en te oefenen.
4. Door veel geld uit te geven aan een dure fiets.

Wat is de juiste volgorde gelet op alinea 5? 

1

2

3

4

Spoel de fiets af met een zachte spons

Draai een paar keer

Druppel wat olie over de ketting

Loop de ketting na met een droge doek 

Op welke manier helpt een online coach je NIET?

1. adviseren over voeding en materiaal
2. opstellen van een trainingsplan
3. samen trainen
4. afnemen inspanningstest

Alinea 10. Waar of niet waar?
Je kunt niet individueel meedoen aan een toertocht.

1. waar
2. niet waar

Alinea 10. Waar of niet waar?
Bij de Amstel Gold Race rijden toerrijders en professionele wielrenners door elkaar.

1. waar
2. niet waar