2havo Voorbeeldtoets

Vorbildaufgaben Klassenarbeit
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
DeutschMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vorbildaufgaben Klassenarbeit

Slide 1 - Diapositive

Het geslacht van zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Diapositive

Noem de hoofdregel voor mannelijke (der) zelfstandige naamwoorden

Slide 3 - Question ouverte

Hoofdregel voor vrouwelijke (die) zelfstandige naamwoorden:

Als zelfstandige naamwoorden op deze letter eindigen, dan zijn ze meestal vrouwelijk (die):

Slide 4 - Question ouverte

Hoofdregel voor vrouwelijke (die) zelfstandige naamwoorden:

Als zelfstandige naamwoorden die eindigen op: .....
... zijn ze meestal vrouwelijk (die):

Slide 5 - Question ouverte

Hoofdregel voor vrouwelijke (die) zelfstandige naamwoorden:

Welke derde regel heb je nog geleerd?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Übersetze und ergänze die richtige Form

Slide 8 - Diapositive

ons, onze

Slide 9 - Question ouverte

zijn

Slide 10 - Question ouverte

mijn

Slide 11 - Question ouverte

hun

Slide 12 - Question ouverte

jullie

Slide 13 - Question ouverte

uw

Slide 14 - Question ouverte

jouw, je

Slide 15 - Question ouverte

haar

Slide 16 - Question ouverte

jullie
_______ Teller sind heiß!

Slide 17 - Question ouverte

haar
Ist das nicht ______ Brötchen?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Ergänze die Verben in der richtigen Form: 
Präsens (= tegenw. tijd)

Slide 21 - Diapositive

spielen
Erna _______ Klavier.

Slide 22 - Question ouverte

antworten
Warum _____ mein Freund nicht auf meine E-Mail?

Slide 23 - Question ouverte

haben
__________ ihr Hunger?


Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Schreibe die Verben im Partizip 
(= voltooid deelwoord)

Slide 27 - Diapositive

Das Baby hat __________(trinken)

Slide 28 - Question ouverte

Wir haben __________(streicheln)

Slide 29 - Question ouverte

Wir haben __________(antworten)

Slide 30 - Question ouverte

Sie haben ______ (trainieren)

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wie sagt man das auf Deutsch? Übersetze die Sätze auf Deutsch

Slide 34 - Diapositive

Ik lust het liefst fruit! (Ik vindt fruit het lekkerst)

Slide 35 - Question ouverte

Heeft u ook schnitzel zonder sla?

Slide 36 - Question ouverte