Ontdek Grootheden en Eenheden

                 Leg je spullen op tafel:
         Pen, potlood, chromebook, gum, boek, rekenmachine. 

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

                 Leg je spullen op tafel:
         Pen, potlood, chromebook, gum, boek, rekenmachine. 

Slide 1 - Diapositive

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Agenda vandaag: Grootheden en Eenheden

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Je weet wat een grootheid en een eenheid is.
Je weet de betekenis van kilo, hecto, deca, deci, centi en milli. 

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn grootheden?
   Grootheden zijn meetbare eigenschappen van objecten, zoals lengte, gewicht, tijd en temperatuur.

Lat op: Voor een eenheid kun je een getal zetten bijvoorbeeld 45 kilogram. Voor een grootheid kan dat niet. Je kunt niet zeggen 45 gewicht.

Slide 5 - Diapositive

Soorten eenheden
  • Eenheden van oppervlakte  zijn bijvoorbeeld vierkante meter  en  hectare.
  • Eenheden van tijd zijn bijvoorbeeld jaar, maand, uur  en  minuut.
  • Eenheden van gewicht zijn bijvoorbeeld kilogram  en  gram.
  •  Eenheden van inhoud zijn bijvoorbeeld liter  en  kubieke meter.
  • Eenheden van snelheid zijn bijvoorbeeld meter per seconde   en  kilometer per uur.
  • Eenheden van informatie zijn bijvoorbeeld megabyte  en  gigabyte.

Slide 6 - Diapositive

De woorden uit de tabel hiernaast zie je vaak in eenheden staan. De tabel moet je uit je hoofd kennen.

Kilo = duizend          = 1000                                                                                                  
hecto = honderd     = 100      
deca = tien                 = 10               
deci = tiende             = 0,1               
centi = honderdste =  0,01        
milli = duizendste    = 0,001  



Slide 7 - Diapositive

Een kilometer (km) is 1000 meter (m).
Een deciliter (dl) is 0,1 liter ( l ).
Een milligram (mg) is o,oo1 gram (g).
Een  meter (m) is 10 decimeter (dm).

Slide 8 - Diapositive

Praktijkvoorbeelden
Toepassingen van grootheden en eenheden in het dagelijks leven, zoals koken, sporten en reizen.

Slide 9 - Diapositive

Wat is de eenheid voor tijd?
timer
0:25
A
Meter
B
Liter
C
Kilogram
D
Seconde

Slide 10 - Quiz

Wat is de grootheid van de eenheid kubieke meter?
timer
0:25
A
water
B
liter
C
3D
D
inhoud

Slide 11 - Quiz

Hoe wordt de eenheid voor lengte afgekort?
timer
0:25
A
m
B
kg
C
s
D
L

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een grootheid en een eenheid
timer
0:25
A
Grootheid: minuten Eenheid: tijd
B
Grootheid: tijd Eenheid: meters
C
Grootheid: uren Eenheid: seconden
D
Grootheid: tijd Eenheid: minuten

Slide 13 - Quiz

meter en centimeter
zijn eenheden
van de grootheid:
timer
0:25
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht

Slide 14 - Quiz

Wat is de eenheid voor gewicht?
timer
0:25
A
Kilogram
B
Seconde
C
Liter
D
Meter

Slide 15 - Quiz

Tijd is een
een banaan weegt ongeveer 0,1
Kay is 17 jaar oud. Hij weegt 65.000
Lengte is een
Uur is een
gram
grootheid
kilogram
eenheid
grootheid

Slide 16 - Question de remorquage

Verbind met grootheid of eenheid
Grootheid
Eenheid
Lengte
Oppervlakte
Seconde
Snelheid
Centimeter
Uur
Tijd
Hectare
Kilometer

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de woorden "grootheid"en "eenheid"op de juiste plaats
De snelheidsmeter van een auto geeft 130 km/h aan. Dat is een te hoge snelheid in de stad.
In deze zin is snelheid een 
en km/h is de 
grootheid
eenheid

Slide 18 - Question de remorquage

Kies uit grootheid of eenheid?

Slide 19 - Diapositive

Samenvatting
       Herhalen van belangrijke concepten en beantwoorden van vragen.

Slide 20 - Diapositive

Ik heb grootheden en eenheden van deze les geleerd.
Niets
Een beetje
Genoeg
Veel
Heel veel

Slide 21 - Sondage

Hoe vond je deze les?
heel moeilijk ........................ heel makkelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Bedankt voor jullie aandacht en tot volgende keer!
Dan ben ik er zeker weer bij!
Mij niet gezien
Moet dat echt?
Natuuuuuuurlijk ben ik er
Ik zorg dat ik gegeten heb voordat de les begint!

Slide 23 - Sondage