Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Metriek stelsel en tijdmeting
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je het metriek stelsel toepassen voor massa, lengte en volume. Je kunt volume omrekenen naar massa. Je kunt digitale en analoge klokken lezen en een kalender gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over het metriek stelsel en tijdmeting?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is het metriek stelsel?
Het metriek stelsel is een internationaal systeem van eenheden dat wordt gebruikt om lengte, massa en volume te meten.
Slide 4 - Diapositive
Leg kort uit wat het metriek stelsel is en waarvoor het wordt gebruikt.
Lengte
Het metriek stelsel gebruikt meters (m) om lengte te meten. 1 meter is gelijk aan 100 centimeter (cm) of 1000 millimeter (mm).
Slide 5 - Diapositive
Leg uit hoe lengte wordt gemeten in het metriek stelsel en geef voorbeelden.
Massa
Het metriek stelsel gebruikt gram (g) om massa te meten. 1 kilogram (kg) is gelijk aan 1000 gram (g).
Slide 6 - Diapositive
Leg uit hoe massa wordt gemeten in het metriek stelsel en geef voorbeelden.
Volume
Het metriek stelsel gebruikt liters (L) om volume te meten. 1 liter is gelijk aan 1000 milliliters (mL).
Slide 7 - Diapositive
Leg uit hoe volume wordt gemeten in het metriek stelsel en geef voorbeelden.
Omrekenen van volume naar massa
Om volume naar massa om te rekenen, moet je weten wat de dichtheid van een stof is. Dichtheid wordt gemeten in gram per kubieke centimeter (g/cm³).
Slide 8 - Diapositive
Leg uit hoe je volume naar massa kunt omrekenen en geef een voorbeeld.
Digitale klokken
Digitale klokken tonen de tijd in cijfers. Het uur wordt weergegeven als uren:minuten:seconden.
Slide 9 - Diapositive
Laat een afbeelding zien van een digitale klok en leg uit hoe je de tijd kunt aflezen.
Analoge klokken
Analoge klokken hebben wijzers die de tijd aangeven. De wijzer die het kortste is, geeft de uren aan. De langere wijzer geeft de minuten aan en de dunste wijzer geeft de seconden aan.
Slide 10 - Diapositive
Laat een afbeelding zien van een analoge klok en leg uit hoe je de tijd kunt aflezen.
De kalender
Een kalender toont de dagen, weken, maanden en jaren. Je kunt zien welke dag van de week het is en welke datum het is.
Slide 11 - Diapositive
Laat een afbeelding zien van een kalender en leg uit hoe je de dag en datum kunt aflezen.
Oefening: Lengte
Meet de lengte van de tafel en schrijf het op in meters, centimeters en millimeters.
Slide 12 - Diapositive
Laat de leerlingen de lengte van een object meten en de resultaten noteren.
Oefening: Massa
Weeg een appel en schrijf de massa op in gram en kilogram.
Slide 13 - Diapositive
Laat de leerlingen een object wegen en de resultaten noteren.
Oefening: Volume naar massa
Bereken de massa van 500 mL water, gegeven dat de dichtheid van water 1 g/cm³ is.
Slide 14 - Diapositive
Laat de leerlingen volume naar massa omrekenen met behulp van de gegeven dichtheid.
Oefening: Digitale klok
Lees de tijd af van de digitale klok en schrijf het op.
Slide 15 - Diapositive
Laat de leerlingen de tijd aflezen van een digitale klok en de resultaten noteren.
Oefening: Analog klok
Lees de tijd af van de analoge klok en schrijf het op.
Slide 16 - Diapositive
Laat de leerlingen de tijd aflezen van een analoge klok en de resultaten noteren.
Oefening: Kalender
Bepaal de dag en datum van vandaag en schrijf het op.
Slide 17 - Diapositive
Laat de leerlingen de dag en datum van vandaag bepalen en de resultaten noteren.
Feedback
Laten we de oefeningen bespreken en feedback geven op elkaars resultaten.
Slide 18 - Diapositive
Bespreek de oefeningen en laat de leerlingen feedback geven op elkaars resultaten.