Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Sleep de stof naar de juiste groep.
Zuivere stof
Mengsel
Lucht
Melk
Thee
Goud
Kraan-water
Modder
Suiker
Slide 1 - Question de remorquage
Noem kenmerkende stofeigenschappen van ijzer
Slide 2 - Carte mentale
Welke eigenschap is geen stofeigenschap ?
A
massa
B
kookpunt
C
dichtheid
D
kleur
Slide 3 - Quiz
Welke eigenschap is geen stofeigenschap ?
A
smaak
B
geur
C
vorm
D
smelpunt
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Vidéo
Een oplossing is altijd
A
Helder
B
Troebel
C
Wit
D
Kleurloos
Slide 8 - Quiz
Als je een troebel mengsel hebt dan is het een
A
Een oplossing
B
Een emulsie
C
Geen van beide
Slide 9 - Quiz
Wat voor soort mengsel is sinaasappelsap met vruchtvlees?
Slide 10 - Question ouverte
Een suspensie is een
A
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof die goed mengen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Een mengsel van water en olie of water en vet.
D
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
Slide 11 - Quiz
Een emulsie is een
A
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof die goed mengen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Een mengsel van water en olie of water en vet.
D
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
Slide 12 - Quiz
Een oplossing
A
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof die goed mengen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Een mengsel van water en olie of water en vet.
D
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Vidéo
01:14
Wat voor soort mengsel is water met zand?
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
Slide 15 - Quiz
01:16
Wat voor soort mengsel is water gemengd met zout?
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
Slide 16 - Quiz
01:43
Hoe heet de scheidingsmethode die in dit filmpje werd gedemonstreerd?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Vidéo
01:09
Hoeveel keer moet je het filter doormidden vouwen (alleen getal invoeren)
Slide 19 - Question ouverte
02:11
Hoe noem je het zoute water dat in de reageerbuis terecht komt?
Slide 20 - Question ouverte
02:12
Hoe noem je het zand dat in het filter achterblijft?
Slide 21 - Question ouverte
Stel je gaat koffie zetten. Je doet wat gemalen koffiebonen in een glas en giet heet water bij. Welke scheidingsmethode vindt er nu plaats in de beker?
A
Filteren
B
Indampen
C
Extraheren
Slide 22 - Quiz
Hoe heet bij koffiezetten de prut in het filter ?
A
filtraat
B
oplossing
C
residu
D
extractiemiddel
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Schone lucht is een ......
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 25 - Quiz
Keukenzout is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 26 - Quiz
Zeewater is een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 27 - Quiz
Als je twee zuivere stoffen mengt dan krijg je een
A
Mengsel
B
Zuivere stof
Slide 28 - Quiz
Wat is de betekenis van dit pictogram?
A
pijnlijk
B
corrosief
C
oxiderend
D
schadelijk
Slide 29 - Quiz
Wat betekent dit pictogram ?
A
brandbaar
B
oxiderend
C
kampvuur toegestaan
D
licht ontvlambaar
Slide 30 - Quiz
300 mL =
A
30 cm3
B
300 cm3
C
3 cm3
D
3000 cm3
Slide 31 - Quiz
De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
g
D
cm3
Slide 32 - Quiz
beginstand: 15 mL eindstand: 24 mL Volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3
Slide 33 - Quiz
Voorvoegsel
Betekenis
Getal
milli (m)
centi (c)
deci (d)
deca (da)
hecto (h)
kilo (k)
Koppel de juiste betekenis en getal aan het voorvoegsel
duizendste 0,001
duizend 1000
honderdste 0,01
honderd 100
tiende 0,1
tien 10
Slide 34 - Question de remorquage
Volume bepalen
Slide 35 - Diapositive
Bereken het volume van dit blokje.
Slide 36 - Question ouverte
Bereken de dichtheid van het blokje.
Slide 37 - Question ouverte
Van welke stof is dit blokje gemaakt?
Slide 38 - Question ouverte
Een balkje is 5 cm lang, 2 cm breed en 0,10 dm hoog. De massa is 100 gram. Bereken het volume van dit blokje in cm3
Slide 39 - Question ouverte
Een balkje is 5 mm lang, 0,6 dm breed en 0,10 m hoog. De massa is 100 gram. Bereken het volume van dit blokje in cm3
Slide 40 - Question ouverte
Een cilinder heeft een straal van 15 cm en een hoogte van 50 cm. Bereken het volume in kubieke meter.
Slide 41 - Question ouverte
De massa van een voorwerp met een volume van 10 cm3 is 65,7 gram. Bereken de dichtheid.
A
657 g/cm3
B
6,6 g/cm3
C
6,9 g/cm3
D
0,15 g/cm3
Slide 42 - Quiz
5 dm3 = ..........cm3
A
50
B
500
C
5000
D
0,5
Slide 43 - Quiz
Welke van onderstaande voorbeelden is een grootheid ?
A
massa
B
kg
C
gram
D
g/cm3
Slide 44 - Quiz
Welke van onderstaande voorbeelden is een eenheid ?
A
volume
B
dichtheid
C
gram
D
massa
Slide 45 - Quiz
a) 100 mg = 0,1 kg b) 50 g = 0,5 kg
A
a is juist
B
b is juist
C
a en b zijn juist
D
geen is juist
Slide 46 - Quiz
Een steen heeft een massa van 50 gram. In een maatcilinder stijgt het water 25 mL. De dichtheid van de steen is dan