oefentoets H2

oefentoets H2
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

oefentoets H2

Slide 1 - Diapositive

noem voorbeelden van stofeigenschappen

Slide 2 - Carte mentale

wat is geen stofeigenschap
A
smeltpunt
B
massa
C
vorm
D
dichtheid

Slide 3 - Quiz

Geen stofeigenschappen
Wel stofeigenschappen
geur
kleur
oplosbaarheid
brandbaarheid
kookpunt
vorm
massa
temperatuur
volume

Slide 4 - Question de remorquage

Grootheid
Eenheid
Lengte
Graden celsius
Massa
kilogram
snelheid
volume
liter
kostprijs
Euro
centimeter

Slide 5 - Question de remorquage

Het volume van vloeistoffen meten we meestal in ....

Slide 6 - Question ouverte

Een balkje is 5 cm lang, 2 cm breed en 0,10 dm hoog. De massa is 100 gram.
Bereken het volume van dit blokje in cm3

Slide 7 - Question ouverte

Een balkje is 5 mm lang, 0,6 dm breed en 0,10 m hoog. De massa is 100 gram.
Bereken het volume van dit blokje in cm3

Slide 8 - Question ouverte

Een cilinder heeft een straal van 15 cm en een hoogte van 50 cm. Bereken het volume in kubieke meter.

Slide 9 - Question ouverte

De massa van een voorwerp met een volume van 10 cm3 is 65,7 gram. Bereken de dichtheid.
A
657 g/cm3
B
6,6 g/cm3
C
6,9 g/cm3
D
0,15 g/cm3

Slide 10 - Quiz

Een steen heeft een massa van 50 gram. In een maatcilinder stijgt het water 25 mL. De dichtheid van de steen is dan
A
7,5 g/cm3
B
2 g/cm3
C
3 g/cm3
D
4 g/cm3

Slide 11 - Quiz

Voorwerpen met een willekeurige vorm noem je                                          voorwerpen.
Bijvoorbeeld een sleutel, een steentje, een puntenslijper, enz.

Je bepaalt het volume dan met de                                             -methode. 

Je hebt dan een                                         nodig.

Voorbeeld. Beginstand water   = 5,0 mL =

Voorwerp erbij.   Eindstand       = 
Volume voorwerp is dan     
maatcilinder
7,0 - 5,0 = 2,0 cm3
onregelmatige
5,0 cm3
7,0 mL = 7,0 cm3
onderdompelings

Slide 12 - Question de remorquage

Inhoud kubus
Inhoud balk
Inhoud cilinder
V = l x b x h
V = 3,14 x h x r2

Slide 13 - Question de remorquage

Voorvoegsel
Betekenis
Getal
milli (m)
centi (c)
deci (d)
deca (da)
hecto (h)
kilo (k)
Koppel de juiste betekenis en getal aan het voorvoegsel
duizendste       0,001
duizend             1000
honderdste       0,01
honderd             100
tiende                 0,1
tien                      10

Slide 14 - Question de remorquage

Met welk ezelsbruggetje kun je eenvoudig eenheden omrekenen?

Slide 15 - Question ouverte

5 dm3 = ..........cm3
A
50
B
500
C
5000
D
0,5

Slide 16 - Quiz

a) 100 mg = 0,1 kg
b) 50 g = 0,5 kg
A
a is juist
B
b is juist
C
a en b zijn juist
D
geen is juist

Slide 17 - Quiz

Omrekenen
500 m = ... km

Slide 18 - Question ouverte

Omrekenen
2,7 dam = ... dm

Slide 19 - Question ouverte

Omrekenen
34,6 mg = ... g

Slide 20 - Question ouverte

Omrekenen
345 mL = ... dL

Slide 21 - Question ouverte

Omrekenen
12 cm³ = ... mm³

Slide 22 - Question ouverte

Omrekenen
0,56 dm³ = ... L

Slide 23 - Question ouverte

Omrekenen
610 cm³ = ... mL

Slide 24 - Question ouverte

Omrekenen
610.000 mm3 = mL

Slide 25 - Question ouverte

Omrekenen
610.000 mm³ = ... mL

Slide 26 - Question ouverte

Omrekenen
610000 mm³ = ... mL

Slide 27 - Question ouverte

Omrekenen
868000 hL = ... DaL

Slide 28 - Question ouverte

=
dichtheid=volumemassa
volume
massa
dichtheid
/
*

Slide 29 - Question de remorquage

=
dichtheid=volumemassa
massa
volume
dichtheid
/
*

Slide 30 - Question de remorquage

=
dichtheid
De formule van dichtheid
volume
massa
/
*

Slide 31 - Question de remorquage

Bereken het volume van dit blokje.

Slide 32 - Question ouverte

Bereken de dichtheid van het blokje.

Slide 33 - Question ouverte

Van welke stof is dit blokje gemaakt?

Slide 34 - Question ouverte

Bereken de dichtheid van dit blok
hout. Rond af op 1 cijfer achter
de komma

Slide 35 - Question ouverte

Bereken de dichtheid van de stof
hiernaast. Rond af op 1 cijfer achter de
komma

Slide 36 - Question ouverte

Bereken de dichtheid in g/cm3

Slide 37 - Question ouverte

Een stuk aluminium heeft een dichtheid van 2,7 g/cm3
Bereken het volume van 10 gram aluminium.
rond af op 1 cijfer achter de komma.

Slide 38 - Question ouverte

een stuk hout heeft een dichtheid van 0,4 g/cm3. Bereken de massa van 15 cm3 hout

Slide 39 - Question ouverte