1 vwo: chapitre 5

Chapitre 5

1 / 38

Slide 1: Diapositive

FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chapitre 5

Slide 1 - Diapositive

Le programme:

Passé Composé | Bijv. nw. | Vocabulaire | Phrases-clés

Slide 2 - Diapositive

Passé composé

Slide 3 - Diapositive

Tegenwoordige tijd:

Ik eet een croissant

Voltooid tegenwoordige tijd:

Ik heb een croissant gegeten

Slide 4 - Diapositive

Passé composé bestaat uit 2 delen:

1. Een vorm van avoir (= hebben)

2. Het voltooid deelwoord

Par exemple:

Jij hebt gedanst

Tu as dansé

Slide 5 - Diapositive

Deel 1: het werkwoord avoir

j'ai

tu as

il / elle / on a

nous avons

vous avez

ils / elles ont

Slide 6 - Diapositive

Deel 2: Het voltooid deelwoord

Par exemple... (van regelmatige werkwoorden):

jouer -> joué

danser -> dansé

aimer -> aimé

regarder -> regardé

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak ik een voltooid deelwoord?

Bij regelmatige werkwoorden op -ER:
(parler, danser, jouer, adorer, aimer, chanter...)

1. Haal de letters ER eraf

2. Plak er É achter

Slide 8 - Diapositive

Par exemple

J'ai joué au foot

Tu as aimé les vacances?

Il a chanté une chanson

Nous avons regardé un film

Vous avez parlé?

Ils ont écouté la radio

Slide 9 - Diapositive

zij heeft gedeeld

Slide 10 - Question ouverte

men heeft verteld

Slide 11 - Question ouverte

jullie hebben gevierd

Slide 12 - Question ouverte

zij hebben gespeeld

Slide 13 - Question ouverte

jij hebt gevraagd

Slide 14 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Voorbeelden:

Il a un chat gris

Ma mère a cinq chats gris

L'éléphant est gros

les éléphants sont gros

Slide 20 - Diapositive

Mon chat est rouge

Ma chambre est rouge aussi

Le mur jaune

Les maisons jaunes

Slide 21 - Diapositive

de sportieve nicht

Slide 22 - Question ouverte

de vervelende grapjes

Slide 23 - Question ouverte

de groene ogen

Slide 24 - Question ouverte

de verlegen zus

Slide 25 - Question ouverte

de grijze dingen

Slide 26 - Question ouverte

het volgende weekend

Slide 27 - Question ouverte

Vocabulaire & Phrases-clés

Slide 28 - Diapositive

hier, l'équipe a perdu

Slide 29 - Question ouverte

parfois il est rigolo

Slide 30 - Question ouverte

ma chère amie

Slide 31 - Question ouverte

nous portons un jean blanc

Slide 32 - Question ouverte

het is 9 juli

Slide 33 - Question ouverte

het was leuk

Slide 34 - Question ouverte

jij houdt van tennis

Slide 35 - Question ouverte

hij draagt een blauwe bril

Slide 36 - Question ouverte

hoe is jouw opa

Slide 37 - Question ouverte

C'est la fin🏁

Slide 38 - Diapositive