7.3 stad of platteland HSX

Stad of platteland?
H7 paragraaf 3
AK - week 22
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Stad of platteland?
H7 paragraaf 3
AK - week 22

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van het platteland/ landelijk gebied. 
  • Je kunt kenmerken noemen van stedelijke gebieden.
  • Je weet welke stedelijke gebieden er in Nederland zijn.
  • Je weet wat de begrippen voorstad en agglomeratie betekenen. 

Slide 2 - Diapositive

Even wat voorkennis activeren
Jullie hebben allemaal beelden bij de woorden 'stad' en 'dorp'. Sommige van die beelden zijn gebaseerd op je eigen ervaringen, andere op (voor)oordelen en/of aannames.
Vertel eens over jouw beelden..

Slide 3 - Diapositive

Kenmerken van het platteland
  • weinig bebouwing 
  • veel open ruimte
  • veel ruimte voor landbouw, natuur en recreatie 
  • weinig voorzieningen: een supermarkt, bakker en slager wel, maar een H&M of een Only is er niet 

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken van de stad
  • veel bebouwing
  • minder of weinig groen en open ruimte
  • weinig ruimte voor recreatie.
  • veel voorzieningen
  • uitgebreide infrastructuur.

Slide 5 - Diapositive

Voorstad en agglomeratie
Een voorstad is een plaats/stadje die tegen de rand van een groter stad ligt. Het verschil met een buitenwijk is dat het bestuurlijk onafhankelijk is en dus buiten de stadsgrenzen ligt. Meestal loopt de bebouwing van de grote stad door zodat voorsteden door sommigen gezien worden als onderdeel van de centrale stad. Een stad met eraan vastgegroeide dorpen of voorsteden noem je een agglomeratie.

Slide 6 - Diapositive

Stedelijk gebied
Een gebied waarin allemaal steden zitten die aan elkaar vastgegroeid zijn. 
Voorbeeld: De Randstad
Bestaat uit: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en alle dorpen en steden die ertussen liggen. 
Op het plaatje hiernaast is dit goed te zien aan de zwarte lijntjes.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 
Je maakt 2 lijstjes. 
Lijstje 1: Voor- en nadelen van de stad. 
Lijstje 2: Voor- en nadelen van het platteland. 


Slide 8 - Diapositive

voorzieningen
Wat zijn eigenlijk nou precies voorzieningen?
Noem er eens wat...

Slide 9 - Diapositive

Voorzieningen 
Musea, gezondheidszorg, bibliotheken, onderwijs, bioscoop, (aangepast) openbaar vervoer, winkels, tankstations, sportaccommodaties, buurthuizen, 

Slide 10 - Diapositive

Voorzieningen
Van welke voorzieningen maak jij (of mensen uit je gezin) regelmatig gebruik?

Zou het hiervoor veel verschil maken of je op het platteland woont of in de stad?

Slide 11 - Diapositive

Resumerend
  • De lesdoelen waren:
  • Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van het platteland/ landelijk gebied. 
  • Je kunt kenmerken noemen van stedelijke gebieden.
  • Je weet welke stedelijke gebieden er in Nederland zijn.
  • Je weet wat de begrippen voorstad en agglomeratie betekenen. 

Doelen bereikt?

Slide 12 - Diapositive

Einde

Slide 13 - Diapositive