Les over geld

Welke euromuntstukken ken jij allemaal?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
LevensbeschouwingLager onderwijs

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welke euromuntstukken ken jij allemaal?

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

Voor de invoering van de euro betaalde je in België met
A
franken
B
roebels
C
dollars
D
ponden

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

In welk land kan je niet met de euro betalen.
A
Frankrijk
B
Spanje
C
Japan
D
Italië

Slide 5 - Quiz

Eurolanden
België
Cyprus
Duitsland
Estland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Italië
Letland
Letland
Litouwen
Luxemburg  
Malta
Nederland
Oostenrijk
Portugal
Slovenië
Slowakije
Spanje

Slide 6 - Diapositive

Wat is je inkomen?
A
iets wat je koopt
B
interesten
C
belastingen
D
je loon

Slide 7 - Quiz

Sleep de veilige pincodes in dit vak.
2021
4321
2010
5962
3820
6666
6789
7184
0101

Slide 8 - Question de remorquage

Krijg jij zakgeld?
Ja
Nee

Slide 9 - Sondage

Hoeveel geld zou jij jouw 11-jarige kind wekelijks geven?
0100

Slide 10 - Sondage

Wat doe jij allemaal met je zakgeld?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is een budget?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Wat betekent de volgende zin?
'Geld lenen kost ook geld'

Slide 14 - Question ouverte

Waarmee verleiden winkels je om meer te kopen?
A
ruilhandel
B
reclame
C
inkomen
D
prijsstijging

Slide 15 - Quiz

Schrijf drie dingen op die jij deze les geleerd hebt.

Slide 16 - Question ouverte