5H EXVRAVAVA Trek van de gnoes + bodem ZO-Azië

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

6V EXVRAVAVA

• Trek van de gnoes
• Bodems in ZO-Azië

De trek van de gnoes in Oost-Afrika

Bestudeer de bronnen 1 en 2 (volgen hierna) die bij deze opgave horen.

Gebruik de atlas.

In het oosten van Afrika komen drie hoofdklimaten uit het systeem van Köppen voor. Twee van deze hoofdklimaten zijn de A- en B-klimaten.

Welke hoofdklimaat komt er nog meer voor in Oost-Afrika, behalve de al genoemde A- en B-klimaten?

1. C-klimaten
2. D-klimaten
3. E-klimaten
4. F-klimaten

Welk gebiedskenmerk zorgt ervoor dat het klimaat uit de vorige vraag, in Oost-Afrika voorkomt?

1. Ligging aan zee
2. Ligging van gebergten (loef-/lijzijde)
3. Hoogteligging
4. Breedteligging

Gebruik bron 2 en de atlaskaarten GB55: 181 en 184-185.

Welke twee typen natuurlijke plantengroei komen voor in het gebied waar de trek van de gnoes plaatsvindt?

1. Tropisch regenwoud
2. Savanne
3. (Gras)steppe
4. Woestijn

Gebruik bron 2 en de atlas.

Op een bepaald moment in het jaar breekt een periode van droogte aan in de Serengeti. 

De gnoes trekken dan weg uit dit gebied en migreren naar de noordelijker gelegen Maasai Mara. 

Op hun trek, die ongeveer een maand duurt, moeten de gnoes de Mararivier oversteken.

In welke maand vindt de oversteek van de Mararivier meestal plaats?

1. februari
2. mei
3. augustus
4. november

Leg uit waardoor er in die periode (vrijwel) geen neerslag is gevallen in de Serengeti.

Bodems Zuidoost Azië

Bijna alle bodems op het vasteland van Zuidoost-Azië zijn weinig vruchtbaar. Uitzondering daarop vormen enkele dichtbevolkte kustgebieden.

Wat is de oorzaak van de geringe vruchtbaarheid van de bodems op het vasteland van Zuidoost-Azië?

Waarom zijn enkele dichtbevolkte kustgebieden van Zuidoost-Azië wel vruchtbaar?