Klimaat ITCZ

Hoe zat het ook alweer?

(3p) Leg uit hoe wind ontstaat
Je moet de begrippen lage druk en hoge druk gebruiken
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe zat het ook alweer?

(3p) Leg uit hoe wind ontstaat
Je moet de begrippen lage druk en hoge druk gebruiken

Slide 1 - Question ouverte

Uit welke twee regels bestaat de Wet van Buys Ballot?

Slide 2 - Question ouverte

Na vandaag kun je uitleggen hoe de ITCZ werkt


En wat het volgende filmpje met de ITCZ te maken heeft.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

ITCZ: Intertropische Convergentiezone
= stabiel lagedrukgebied rond de evenaar waar het warm is en door opstijgende lucht veel buien voorkomen
 

Als de aarde rechtop had gestaan, waren al onze dagen even lang geweest en hadden we geen seizoenen gehad. 
Maar de aarde staat wel scheef.
En daardoor verschuift de ITCZ gedurende het jaar


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Leg uit waarom het in de tropen (zoveel) regent?

(antwoord in een oorzaak-gevolg redenering)

Slide 8 - Question ouverte

Nu jij: leg uit wat de ITCZ is.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Gebruik bron 2 (uitgedeeld) en de Atlas 

Slide 11 - Diapositive

Op een bepaald moment in het jaar breekt een periode van droogte aan in
de Serengeti. De gnoes trekken dan weg uit dit gebied en migreren naar
de noordelijker gelegen Maasai Mara. Op hun trek, die ongeveer een
maand duurt, moeten de gnoes de Mararivier oversteken.

in welke maand vindt de oversteek van de Mararivier meestal plaats?
A
Februari
B
Mei
C
Augustus
D
November

Slide 12 - Quiz

op welke atlaskaart kun je aflezen dat er in de Serengeti dan een periode is geweest waarin (vrijwel) geen neerslag is gevallen?

Slide 13 - Question ouverte

waardoor is er in die periode (vrijwel) geen neerslag gevallen in de Serengeti? (oorzaak – gevolg)

Slide 14 - Question ouverte