Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2.4 Zakelijke brief
Hoe maak je een zakelijke brief?
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
-Kort even voorstellen
-Kijken naar wat een zakelijke brief is
-Puzzelopdracht zakelijke brief
-Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Noem een voorbeeld van een zakelijke brief.
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Vidéo
Conventies
Als je een brief stuurt naar een bedrijf of organisatie, schrijf je een zakelijke brief. Voor de vorm van een zakelijke brief gelden afspraken. Deze afspraken noemen we briefconventies.
Hoe zien die conventies er dan uit? (zie blz 124)
Slide 5 - Diapositive
Je eigen conventie maken
-Pak er even een word documentje bij
-Je gaat nu alvast je eigen conventie noteren die je later gebruikt bij de eindopdracht.
-Noteer links bovenin het volgende:
Jouw naam Adres Postcode en plaats
Slide 6 - Diapositive
Opbouw van een brief
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum
4. Aanhef (Geachte...),
5. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
6. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
7. Ondertekening (Handtekening + naam)
Slide 7 - Diapositive
Inhoud
INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?
KERN: Informatie geven.
SLOT: Wens of verwachting uitspreken.
Slide 8 - Diapositive
Opmaak
Aanhef
Inleidende zin
Alinea 1 (!)
Alinea 2 (!)
Afsluitende zin
Slotformule
Naam
Slide 9 - Diapositive
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de brief schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Begin de zin nooit met ik!
Slide 10 - Diapositive
Je schrijft de zakelijke brief aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 11 - Quiz
Je schrijft een zakelijke brief aan Ronan de Mik. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer De Mik
B
Geachte heer De Mik
C
Geachte Ronan
D
Geachte de Mik
Slide 12 - Quiz
Puzzelopdracht tweetallen
Zet de brief in de goede volgorde. Cijfer 1 t/m 9. Welk nummer hoort voor welk stukje?