belangrijke begrippen bij schrijven vanaf blz 48

Een kernzin uit een alinea is een..
A
hoofdzaak
B
bijzaak
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Een kernzin uit een alinea is een..
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 1 - Quiz

Wat is het nut van alinea's?
A
Structuur aanbrengen in de tekst
B
Opvullen van ruimte

Slide 2 - Quiz

Hoeveel alinea's heeft de tekst?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 3 - Quiz

Wat is een alinea?
A
een tussenkopje
B
een uitleggende tekst
C
een stukje van de tekst
D
de bron van de tekst

Slide 4 - Quiz

Wat is een deelonderwerp
A
Het onderwerp waar de hele tekst over gaat
B
Tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt
C
Het slot van een tekst
D
De titel

Slide 5 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 6 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 7 - Quiz

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 8 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een onderwerp van het grote onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 9 - Quiz

Een tekst begint met een

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de functie van de inleiding?
A
introductie van het verhaal
B
conclusie geven
C
vooruitblikken
D
een probleem aanstippen

Slide 11 - Quiz

Er zijn twee antwoorden goed.
Een inleiding...
A
bestaat altijd uit 2 of meer alinea's
B
vertelt kort waar de tekst over gaat
C
Vertelt uitgebreid waar de tekst over gaat.
D
trekt de aandacht van de lezer en introduceert het onderwerp.

Slide 12 - Quiz

Wat staat in de inleiding?
twee antwoorden zijn goed
A
waar de tekst over gaat
B
een vraag over de tekst
C
een conclusie
D
een samenvatting

Slide 13 - Quiz

Het middenstuk bestaat uit ....
A
één alinea
B
meerdere alinea's

Slide 14 - Quiz

Wat wordt in het middenstuk besproken?
A
deelonderwerpen
B
een conclusie
C
een advies
D
tussenkopjes

Slide 15 - Quiz

Tekstdoel en tekstsoort?
A
Overhalen, reclame
B
Informeren, reclame
C
amuseren, reclame
D
uitleg geven, routeplanner

Slide 16 - Quiz


Tekstsoort?
A
Amuserende tekst
B
Informerende tekst
C
Aansporende tekst
D
Uitleggende tekst

Slide 17 - Quiz


Tekstsoort?
A
Aansporende tekst
B
Amuserende tekst
C
Informerende tekst
D
Uitleggende tekst

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN tekstvorm?
A
Nieuwsbericht
B
Informeren
C
Reclame
D
Verhaal

Slide 19 - Quiz

Wat is de tekstvorm?
A
Nieuwsbericht
B
Stripverhaal
C
Reclametekst
D
Recept

Slide 20 - Quiz

Wat is een tekstvorm?
A
Informatieve tekst
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Gebruiksaanwijzing

Slide 21 - Quiz

Welke w- vraag mist hier?
Wie? Wat? Waar? Wanneer?

Slide 22 - Question ouverte

5W +1 H vraag =informerende tekst
waar staat de H voor

Slide 23 - Question ouverte

Een tussenkopje is:
A
Een titel onder de titel
B
Een titel van een alinea

Slide 24 - Quiz

Welk kenmerk hoort bij een tussenkopje?
Een tussenkopje...
A
staat in iedere tekst
B
geeft een deelonderwerp aan
C
is hetzelfde als een titel
D
hoort boven iedere alinea

Slide 25 - Quiz