Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema verbranding en ademhaling
Basisstof 1
Wat is verbranding?
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
1. Thema 1 Verbranding en ademhaling B1
2. Wat heb je nodig tijdens de les?
- Klaarleggen Ipad, werkboek en pen
3. Korte uitleg basisstof 1.
4. Klassikaal practicum 1, 3, en 4
5. Practicum 5 en 6 in duo's
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel 1
Je moet verbranding kunnen beschrijven. Ook moet je hoe je koolstofdioxide kunt aantonen
Slide 3 - Diapositive
verbranding
Slide 4 - Carte mentale
Brandstof
Een brandstof is een energie-drager. Bij verbranding komt deze energie vrij.
Slide 5 - Diapositive
Wat is géén brandstof?
A
elektriciteit
B
hagelslag
C
steenkool
D
kaarsvet
Slide 6 - Quiz
Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
A
CO2, licht & warmte
B
water, CO2 & licht
C
licht, warmte & beweging
D
licht, CO2 & beweging
Slide 7 - Quiz
Bij verbranding ontstaat onder andere:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur
Slide 8 - Quiz
Bij het verbranden van een kaars
Practicum 1
Wat is er nodig?
Wat ontstaat er?
Welke energie komt vrij?
Slide 9 - Diapositive
Bij het branden van een kaars
nodig: kaarsvet en zuurstof (O2)
ontstaat: water (H2O) en koolstofdioxide (CO2)
energie: warmte en licht
Slide 10 - Diapositive
verbranding in een automotor
Nodig:
Ontstaat:
energie:
Slide 11 - Diapositive
Verbranding in een automotor
Nodig: benzine en zuurstof
Ontstaat: uitlaatgassen (o.a. koolstofdioxide en water)
Energie: warmte en beweging
Slide 12 - Diapositive
Indicator
= een stof waarmee je een andere stof aantoont
Slide 13 - Diapositive
Practicum 3
De indicator die je gebruikt om koolstofdioxide aan te tonen is: helder kalkwater.
Is er CO2 aanwezig, dan wordt helder kalkwater ?
Slide 14 - Diapositive
Leerdoel 2
Je moet de verschillen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht kunnen noemen.
Slide 15 - Diapositive
Lucht wat zit erin?
Als er weinig waterdamp in de lucht zit, is het droge lucht. Als er veel waterdamp in de lucht zit, is het vochtige lucht.
De hoeveelheid waterdamp in de lucht noem je de luchtvochtigheid.
Slide 16 - Diapositive
Practicum 5 en 6
- Maak nu in tweetallen practicum 5 en 6 in je werkboek
- Lees altijd de hele opdracht eerst goed door!
- Voor beide opdrachten heb je ongeveer 10-15 minuten de tijd
- Klaar? Maak dan de opdrachten 2 en 7 in je werkboek of op de ipad en oefen op je ipad de Flitskaarten en maak Test Jezelf van B1 ---- dit is ook je huiswerk
Slide 17 - Diapositive
Donderdag kijken we de practica na en gaan we kijken naar de verbranding die in organismen plaatsvindt