Les 1: wat zijn verhoudingen?

bij
bij
in de tas.
Laptop 
Verhoudingen
Rekenen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

bij
bij
in de tas.
Laptop 
Verhoudingen
Rekenen

Slide 1 - Diapositive

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Verhoudingen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je weet wat verhoudingen zijn.
  • Je kan verhoudingstabellen maken.
  • Je kan rekenen met verhoudingen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden.  Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.
Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 6 - Diapositive

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10

Slide 7 - Quiz

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

A
A = 10 km, B = 20 km, C = 40 km
B
A = 20 km, B = 40 km, C = 60 km
C
A = 10 km, B = 20 km, C = 30 km
D
A = 20 km, B = 35 km, C = 50 km.

Slide 8 - Quiz

Dit is een verhouding tussen tijd en afstand.
Alles wat je met de bovenste rij doet, doe je ook met de onderste rij. Een half uur is 2 keer zo lang als een kwartier. Een uur is 2 keer zo lang als een half uur. En anderhalf uur is 3 keer zo lang als een half uur.
Reken uit met een verhoudingstabel:

Een oude auto gebruikt 60 liter diesel om 600 kilometer af te leggen. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter diesel?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de ontbrekende antwoorden?
A
55,2 - 50% - 25%
B
44,8 - 50% - 5%
C
44,8 - 50% - 20%

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Titel
Voeg hier je tekst toe

Slide 11 - Diapositive

Tekstgrootte is aan te passen wanneer het niet op een pagina past.
Quizvraag:
Voeg hier je vraag toe
A
antwoord 1
B
antwoord 2

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordweb:
Voer hier je onderwerp toe

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Open vraag:
Voer hier je vraag toe

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotovraag:
Voer hier je vraag toe

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleepdoel
Sleepdoel
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component
Te slepen component

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extra slides

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bij
bij

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formules
Als je formules bewerkt in de teksteditor kun je de volgende shortcuts gebruiken:
  • spatie:          {\ }                               dus {\spatie}
  • vermenigvuldigingsteken:         \times                
  • kleur veranderen:      \color{...}{formule}                 
                                                 op de ... type je de kleurcode in (zie vorige slide)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen les 1

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions