th1c 10 april helden pvvt

th1c 10 april
WELKOM

Pak je pen, tekstboek, schrift, leesboek, agenda
(etui blijft in je tas!)
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

th1c 10 april
WELKOM

Pak je pen, tekstboek, schrift, leesboek, agenda
(etui blijft in je tas!)

Slide 1 - Diapositive

Stil Lezen
timer
10:00
 boek lezen

Slide 2 - Diapositive

par. 5 Een interview afnemen, blz. 189
Als je een interview afneemt, krijg je vaak langere antwoorden, als je:
  • open vragen stelt
  • niet alleen naar feiten vraagt, maar ook naar gevoelens en meningen
  • doorvraagt (vervolgvraag)

Slide 3 - Diapositive

opdracht 3, blz. 190
  • In je schrift staat je huiswerk: opdracht 3.1, vragen voor jouw held.

  • Ga naar blz. 195, opdr. 3 en schrijf nog meer vragen op.


 
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

blz. 195, opdracht 3 en 4
opdr. 4
oefen het interview met een klasgenoot, na vijf minuten wisselen jullie.

timer
5:00
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

BELANGRIJK!
Huiswerk dinsdag 16 april:
je hebt jouw held geïnterviewd en de vragen en antwoorden heb je opgeschreven in je schrift of op een blad én dat heb je bij je!
Je gebruikt de eerste vier opdrachten van blz. 195.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
verhuizen
antwoorden
eten
Ik
verhuis
antwoord
eet
jij/je/u
verhuist
antwoordt
eet
hij/zij/het
verhuist
antwoordt
eet
wij/jullie/zij
verhuizen
antwoorden
eten
... jij? achter pv
Verhuis jij?
Antwoord jij?
Eet jij?

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm Verleden Tijd,  Blz. 242
verhuizen
ik-vorm+de(n)
praten
ik-vorm+te(n)
eten 
sterk ww
Ik
verhuisde
praatte
at
jij/je/u
verhuisde
praatte
at
hij/zij/het
verhuisde
praatte
at
wij/jullie/zij
verhuisden
praatten
aten
... jij?
Verhuisde jij?
praatte jij??
At jij?

Slide 9 - Diapositive

1. langer maken, dan hoor je heel vaak een -d of een -t
2. Soms twijfel je: bijvoorbeeld  "stoofde" of "stoofte"?
  • neem het hele werkwoord: stoven
  • haal -en eraf:  stov
  • zit de v in het 't ex-fokschaap? NEE, dan stoofde
  • (zit de laatste letter er wel in, dan -te, bijv. slippen-slip-slipte

Slide 10 - Diapositive

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Ik ______________ (bestellen)
A
bestelde
B
besteldde

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'triggeren'?
A
triggerte
B
getriggert
C
triggerde
D
triggert

Slide 12 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Slide 13 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

Slide 14 - Quiz

maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van blz. 242,243

Huiswerk dinsdag 16 april:
je hebt jouw held geïnterviewd en de vragen en antwoorden heb je opgeschreven in je schrift of op een blad én dat heb je bij je!

Slide 15 - Diapositive