2.2 Van handwerk naar machine

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Tijdvak 8

De tijd van burgers en stoommachines

§2.2 Van handwerk naar machines

10 oktober

2N

DOEL

• I

DOEN

Terug kijken

Uitleg 1.5 

Maken 1.5 

Herhalingsles

Volgende les

Thema tijdvakken 1 en 2

Tijdvak 1

• Jagers en verzamelaars
• Boeren
• Egypte
• De Nijl overstroomt

Tijdvak 8

• 2.2 Van handwerk naar machine
• 2.3 Leven in een industriestad
  
  
• SO 2.2 + 2.3
  
  
• 2.4 De voorsprong van Europa
• 2.5 Slavernij in Suriname
  
  
• Repetitie 2.2 t/m 2.5

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Engeland rond 1700

• De meeste mensen werkten als boer
• Ze moesten bijverdienen in de winter
• Dit deden ze door te spinnen en te weven. Dat noem je huisnijverheid

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Engeland rond 1700

• De bevolking groeit hard
• Er is behoefte aan kleding van katoen.
• Dat katoen moet uit de koloniën gehaald worden

De bevolking groeit hard in Engeland. Ook is er behoefte aan kleding gemaakt van katoen. Deze kleding voelt lekkerder aan en is ook nog eens een stuk goedkoper dan kleding gemaakt van wol. 

Het ruwe katoen wordt gehaald uit de Britse kolonien. De huisnijverheid kan de grote druk niet meer aan. Er moet een oplossing bedacht worden, zodat er genoeg kleding gemaakt kan worden. 

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Engeland na 1760

• Om sneller kleding te kunnen maken, ontwerpt men grote spinnewielen en weefmachines. Ze passen alleen niet in de huiskamers
• Ondernemers bouwen grote hallen waar de machines kunnen staan: fabrieken
• De machines moesten aangedreven worden door water. De fabrieken werden dus naast de rivier gebouwd.

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Industriële revolutie

• Een grote verandering in een kleine tijd
• Veranderende samenleving

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Stoommachine

De belangrijkste uitvinding van de stoommachine van James Watt. Het hete stoom van de machine kon andere machines laten draaien. 

Hierdoor ontstond een andere machine: de stoommachine

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

L'État, c'est Moi

• De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
  

• Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
  
  
• Deze macht is door god gegeven

• Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Gevolgen van de industrialisatie

• Honderden jaren was landbouw het belangrijkste. In de middeleeuwen kwam daar de huisnijverheid bij. Er ontstond nu een nieuw bestaansmiddel: werken in de industrie.
• Er was nieuwe infrastructuur nodig. Er werden kanalen gegraven om grondstoffen bij de fabrieken te krijgen. In 1839 ging de eerste trein in Nederland rijden tussen Amsterdam en Haarlem.
• Het bezit van geld was veel belangrijker geworden. Ondernemers stopten hun geld in de fabrieken, zodat deze nog groter konden worden.  Dit wordt kapitalisme genoemd. 
• De Engelse regering vond het allemaal maar geweldig. Ze lieten alle ondernemers compleet hun gang gaan. Nieuwe en grotere fabrieken zorgden namelijk voor een betere economie in het land, wat vervolgens weer zorgd voor meer banen. 

WAT?

WAAROM?

HOE?

Maken §1.3: De Franse Revolutie

Omdat je moet weten waarom de 3e stand in opstand kwam tegen de koning en wat de gevolgen daarvan waren.

Op papier OF digitaal

Digitaal:

Ga via Magister naar Memo

Voer de klascode in: 947456

HOE LANG?

HULP?

KLAAR?

Tot 10 minuten voor het einde
van de les

Rood: Je werkt alleen en mag geen vragen stellen

Oranje: Je mag vragen stellen aan de docent

Groen: Je mag zachtjes met elkaar praten en vragen stellen aan de docent

Begrippen uit deze les

Fabrieken

Huisnijverheid

Industriële revolutie

Industrialisatie

Kapitalisme

Bedrijf waarin met machines grote hoeveelheden producten worden gemaakt.

Werk dat mensen thuis voor een ondernemer doen om wat extra geld te verdienen.

Grote verandering in West-Europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het eind van de 18de en in de 19de eeuw.

De opkomst van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan.

Economisch systeem waarbij alles draait om winst maken. Grond en fabrieken zijn in handen van ondernemers die proberen zoveel mogelijk winst te maken. 

Personen uit deze les

Lodewijk XVI

Marie Antoinette

Robespierre

Jaartallen uit deze les

• 1700: De Engelse bevolking gaat groeien
• Na 1760: De eerste fabrieken in Engeland
• 1839: Eerste trein in Nederland

Huiswerk

§1.3 Franse Revolutie

Opruimen!!

Stop je spullen in je tas.

Als de bel gaat blijf je zitten

De docent zegt als je weg mag gaan. Schuif dan je stoel aan