Les 5.1

Les 5.1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2HBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 5.1

Slide 1 - Diapositive


Opdracht 4

Challenge voor de volgende keer:

Koop iets op de markt in het Nederlands.
Welke zinnen gebruik je?
Maak een foto van de producten die je hebt gekocht.
Vraag aan de groenteboer hoe het met hem gaat.

Slide 2 - Diapositive

Bij de groenteboer. Wat zie je?
Kijk op blz. 73

Slide 3 - Question ouverte


Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte


Slide 6 - Question ouverte


Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Question ouverte


Slide 9 - Question ouverte


Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte

Opdracht 7 blz. 78

Gesprek bij de groenteboer

Slide 12 - Diapositive

Op de markt:

Je bent bij de groenteboer. Je hebt nog bloemkool en sperziebonen nodig. 
Geef een reactie.

Groenteboer:                                                                                     Klant:
Wie is er aan de beurt?
Zeg het maar.
Ik heb 2 bloemkolen voor 3 euro.
Anders nog iets?
Dat was het?
Dat is dan 5 euro 60.
Hebt u het niet kleiner?
Tasje erbij?


Slide 13 - Diapositive

5.8 imperatief blz. 79 en blz. 269

- Loop naar de deur
- Blijf op je stoel zitten
- Gooi de bal

Zet 5 zinnen in de imperatief die je tijdens de training gebruikt.

Slide 14 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden:

Gaan =         to go 
               
presens                                 imperfectum                             perfectum
ik
ga
jij/je
u
gaat
hij/zij/ze/het
gaat
wij/we
gaan
jullie
gaan
zij/ze
gaan
ik
ging
ik 
ben
gegaan

Slide 15 - Diapositive

Hij ................. naar de bioscoop.

Slide 16 - Question ouverte

we .................... naar de barbecue.

Slide 17 - Question ouverte

U ................. met mij mee?

Slide 18 - Question ouverte

Zij (plurial) ........... morgen naar de rugbywedstrijd

Slide 19 - Question ouverte

Ik .............. naar het strand.

Slide 20 - Question ouverte

Maak opdracht 12 blz. 80 en opdracht 13 blz. 81

Over een gerecht schrijven.
Kijk naar het voorbeeld en schrijf over een gerecht uit jouw land.

Slide 21 - Diapositive