D2 N3 inhoud

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoel 2.3

Je leert de inhoud berekenen van verschillende ruimtelijke figuren

Je leert hoe je inhoudsmaten kan omzetten met behulp van rekenkaart

Maar eerst even over vorige week......

Welk ruimtelijk figuur hoort bij deze uitslag?

1. cilinder
2. prisma
3. kegel
4. piramide

Wat is de naam van
dit ruimtelijke figuur?

1. cilinder
2. balk
3. prisma
4. piramide

Welke lijnen zijn evenwijdig?

1. A+D
2. A+C
3. E+C
4. E+G en F+H

Lijnen die loodrecht op elkaar staan, maken een hoek van 45° met elkaar.

1. Waar
2. Niet waar

Inhoud berekenen

Lengte x breedte x hoogte (diepte)

3 dimensies daarom antwoord in ..³

Volgorde niet van belang!

Denk aan de juiste eenheid!

Inhoud kubus:

oppervlakte

oppervlakte cirkel = 3,14 x straal x straal

van M² naar CM²              van DM² naar liter

?

Hoe heet dit figuur?

Wat is de omtrek?

Wat is de oppervlakte?

Wat is de inhoud?

omtrek = 3,14 x diameter

oppervlakte = 3,14 x straal x straal

Inhoud = oppervlakte cirkel x hoogte

Ik denk dat de opdrachten die we gaan maken zo zullen gaan...

1. Makkelijk
2. Het is te doen
3. Gaat wel
4. Moeilijk

Deze les maken, af voor volgende week:

• paragraaf 2.3 opdracht 1 t/m 5
• paragraaf 2.4 opdracht  1-3-4-5-7-8