Spelling 2.5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lezen in je leesboek

planning

lezen

huiswerk bespreken

uitleg werkwoorden vt

uitleg meervoud

huiswerk maken: H 2.5 opdracht 1 t/m 8

Lezen in je leesboek

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je;

- kun je werkwoorden in de vt juist spellen

- kun je meervouden van het znw juist schrijven

Lesdoel

Aan het eind van deze les kan je:

- vertellen hoe je de stam van een werkwoord vindt

-kun je de verschillende werkwoordsvormen goed toepassen

- kun je vertellen wanneer een werkwoord geen -t erbij krijgt

-kun je het gebruik van "t kofschip" toepassen

pv in de vt

Eindigt de stam op een:  t  k o f s ch i p -> +te(n) 

zo niet dan + de(n)

merken-> merk->  vt= merkte

koppen -> kopp -> vt= kopte

branden -> brand -> vt= brandde

landen -> land -> vt = landde

let op!

verbazen-> stam= verbaz- 

-z niet in '"t kofschip" dus -> +d

 ik verbaasde(n)

doven-> stam = dov-

-v niet in "t kofschip" dus -> hij doofde(n)

werkwoorden

sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om te veranderen.

zwem- zwom (andere klank en vorm)

vind- vond

zwakke werkwoorden zijn te zwak om te veranderen

blaf- blafte (zelfde klank en vorm)

gok- gokte

opdracht

De stam van branden is...

1. brandt
2. brant
3. brand
4. brandd

Wat is de vt (ik vorm) van kiezen?

1. kieste
2. koos
3. kiesde
4. kiezte

Wanneer krijgt "jij" geen -t?

Wat is de stam van "leven?"

Op welke letters eindigt de stam van het ww om
+ te(n) te krijgen in de vt?

meervoud zelfstandige naamwoorden

0

Lesdoelen behaald?

- De verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen

- meervoud correct spellem.

Huiswerk

huiswerk maken: H 2.5 opdracht 1 t/m 8