Les 2 Zelfstandig werkwoord - predikaat

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1-4

Predikaat - zelfstandig werkwoord

Lesdoel:

De studenten weten wat het predikaat, valentie, argument en adjunct is.

Zij kunnen het predikaat met valentie benoemen.

Ook kunnen zij de vorm van een predikaat met argumenten en adjuncten benoemen en toepassen.

Vorige les

Soorten zinnen:

Enkelvoudige zin / Samengestelde zin

Enkelvoudige zin

Samengestelde zin

Om ervoor te zorgen dat aangedreven machines veilig zijn, moeten ze voldoen aan bepaalde eisen.

Gevaren kunnen niet afgeschermd of geïsoleerd worden.

Ik rijd naar de winkel met de auto.

Morgen is het vakantie.

Iedereen is aanwezig.

Vandaag is het droog maar morgen gaat het regenen.

De kat mauwt en krijgt gelijk eten.

Wat is het zelfstandig werkwoord van de zin:
Harry zit in de klas.

1. in de klas
2. Harry
3. er is geen zelfstandig werkwoord
4. zit

Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin:
De cursus vca heeft studenten veel geleerd.

Predikaat

Een predikaat is het zelfstandig werkwoord van een zin.

Argumenten van een predikaat

De verplichte woordgroepen die bij een predikaat horen, heten argumenten.

De andere woordgroepen zijn adjuncten.

Valentie van het predikaat

Het aantal argumenten dat bij een predikaat horen, wordt de valentie van het predikaat genoemd.

Het predikaat wandelen heeft een valentie van één.

Eénplaatsig predikaat.

Ilhan wandelt naar het park.

Predikaat: wandelt

Valentie: één

Argument:Ilhan

Vorm: iemand wandelt

Ilhan wandelt in het park.
Wat is het predikaat?

1. Ilhan
2. wandelt
3. in
4. het park

Ilhan wandelt in het park.
Wat is de valentie van het predikaat?

1. Eén
2. Drie
3. Twee
4. Vier

Ilhan wandelt in het park.
Wat is het argument van het predikaat?

1. Eén
2. Er is geen argument
3. in het park
4. Ilhan

Schrijf een zin met een éénplaatsig predikaat.

Schrijf een zin met een tweeplaatsig predikaat.

Schrijf een zin met een drieplaatsig predikaat.

Weet je een vierplaatsig predikaat?

Geef het predikaat, valentie en argumenten weer in de volgende zin:

De vrouw heeft een bos bloemen van haar zus gekregen.

Met een grote boog heeft hij het ontzettend saaie boek gegooid waardoor het boek naast de papierbak valt.

Enkelvoudige zinnen:

Heeft hij het ontzettende saaie boek gegooid? > Hij heeft het ontzettend saaie boek gegooid.

Valt het boek naast de papierbak? > Het boek valt naast de papierbak.

Verander de tijd van de zin en schrab de hulpwerkwoorden weg:

Hij heeft/had het ontzettend saaie boek gegooid > Hij gooit het ontzettend saaie boek.

Het boek valt naast de papierbak.

Predikaat - valentie - vorm

Predikaat: gooien (tweeplaatsig - Vorm: iemand gooit iets).

Predikaat: valt (eenplaatsig - Vorm: iets/iemand valt).

Met een grote boog heeft hij het ontzettend saaie boek gegooid waardoor het boek naast de papierbak valt.

Hij heeft het ontzettend saaie boek gegooid.

Hij: argument

heeft: hulpwerkwoord

het ontzettend saaie boek: argument

gegooid (gooien): predikaat

Met een grote boog heeft hij het ontzettend saaie boek gegooid waardoor het boek naast de papierbak valt.

Het boek valt naast de papierbak.

Het boek: argument

valt (vallen): predikaat

naast de papierbak: adjunct

Bepaal het predikaat, valentie, argument en adjunct

TikTok is een platform dat bekend staat om zijn korte video's, die vaak grappig, creatief en vermakelijk zijn. Het is geen verrassing dat veel mensen urenlang op TikTok doorbrengen. De verslavende aard van TikTok komt voort uit een combinatie van factoren. TikTok maakt gebruik van een zeer geavanceerd algoritme dat voortdurend leert van je kijkgedrag. Hierdoor krijg je steeds video's te zien die je waarschijnlijk leuk vindt, waardoor je steeds langer blijft kijken.

Volgende week

Vanuit valentie naar zinsontleding