Les 8 Injecteren

Les 8
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 8

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen les 8
De student:
  • kent de verschillende vormen van injecteren.
  • beschrijft algemene aandachtspunten bij injecteren.
  • heeft kennis van de materialen die je nodig hebt voor injecteren.
  • kan de injecties klaarmaken volgens protocol.
  • kent de toedieningsplaatsen en de verschillende technieken van injecteren.
  • kan enkele complicaties van injecteren bij de zorgvrager benoemen.


Slide 2 - Diapositive

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 3 - Quiz

Injecteren is een:
A
Risicovolle handeling
B
Voorbehouden handeling

Slide 4 - Quiz

Bekwaamheid voor het injecteren van insuline houdt in:
A
Dat je een verpleegkundig diploma hebt.
B
Dat je een scholing over injecteren van insuline hebt gevolgd.
C
De injectie volgens protocol uitvoeren.
D
Een bevoegdheid van de arts tot handelen hebt gekregen.

Slide 5 - Quiz

Een verpleegkundige die een medicatiefout maakt, met de dood van een cliënt als gevolg, valt onder..
A
Civielrecht
B
Tuchtrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht

Slide 6 - Quiz

Regel van 5?

Slide 7 - Question ouverte

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 8 - Quiz

Wat weet je nog van de VTH les injecteren?

Slide 9 - Diapositive

Vormen van injecteren.

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Je gaat een injectie klaarmaken. Welke materialen leg je klaar?

Slide 15 - Question ouverte

Beschrijf kort en krachtig de stappen van het klaarmaken van de injectie. Vanaf voorbereiding tot aan het toedienen van het medicijn.

Slide 16 - Question ouverte

Klaarmaken van een injectie; stappenplan
1. Controleren van de medicatieopdracht.
2. Invullen van het toedienetiket.
3. Berekenen van de benodigde hoeveelheden.
4. Nemen van hygienische maatregelen.
5. Verzamelen en klaarleggen van de benodigde materialen.
6. Klaarmaken van het geneesmiddel. (volgens protocol, farmacotherapeutischkompas)
7. Paraferen van het toedienetiket.
8. Laten controleren en paraferen door een tweede persoon.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

BBB- plaatsen: bovenste buitenste middenstuk van het bovenbeen en
bovenste buitenste bilkwadrant.

Deltaspier arm.
Losse weefsel buikwand.

Slide 19 - Diapositive

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsvetweefsel

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Bij intramusculair injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsbindweefsel.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Toedieningswijzen
Subcutane injectie                                                                                    Intramusculaire injectie
Huidplooitechniek:                                                                                    Rangeertechniek (Z-techniek)
Naald snel inbrengen                                                                               Huid straktrekken, naald
hoek van 45-60 graden                                                                           loodrecht in de spier, naald               
Langere naalden.                                                                                        terugtrekken, huid loslaten.

Loodrechttechniek:
Naald snel inbrengen
Korte naald.

Slide 24 - Diapositive

Welke techniek kun je het best toepassen wanneer je een subcutane injectie moet toedienen aan een oudere, magere zorgvrager?
A
Rangeertechniek
B
Huidplooitechniek
C
Loodrechttechniek

Slide 25 - Quiz

Wat is het gevaar bij een te diep uitgevoerde intramusculaire injectie?
A
Het geeft een verhoogde kans op plaatselijke bloedingen.
B
Dit is pijnlijk voor de zorgvrager.
C
De medicatie komt in het onderhuidsvetweefsel en werkt niet goed.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Einde
Evaluatie van de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Huiswerk
Voor les 9:

Spieren hoofd en hals, armen en benen. ( 4,3  en 4,5 )
Verder met expertcollege!



Slide 30 - Diapositive