5.3
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat houdt vetorecht in?
A
Als er genoeg landen tegen zijn gaat het niet door.
B
Alle 15 lidstaten hebben recht om te stemmen.
C
1 land mag beslissen wie er wel of niet bij de vergadering is.
D
Een land mag een beslissing tegenhouden, ook als de andere voor zijn.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Waarom gingen landen in de tweede helft van de twintigste eeuw samenwerken?
Slide 7 - Question ouverte
Welke landen zijn de vaste leden van de VN?
A
Japan, polen, VS, Rusland en Engeland.
B
China, Rusland, VS, Frankrijk en Engeland.
C
China, Rusland, VS, Italië en Engeland.
D
Frankrijk, Italië, Japan, China en Nederland
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Noem 2 kernactiviteiten van de VN.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het
vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel
