Herhalen voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leerwerkboek deel B 
  
• je leesboek
• je schrift

Les 1

Planning

• Leerdoelen woordsoorten
  
• Herhalen nieuwste soorten
• Werkmoment
• Vooruitblik

Herhalen woordsoorten

Je kunt alle woordsoorten benoemen en hun kenmerken.

Overzicht woordsoorten: leerwerkboek B op pagina 180.

NIEUW:

3.8 (deel A) voegwoorden, bijwoorden en het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.

4.8 (deel B) onbepaald voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord, betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent.

olw: een blw: de / het

Onbepaald voornaamwoord

Een ovw verwijst:

• naar niet-specifieke personen of zaken
• naar iets algemeens waarbij iets of iemand niet precies worden vermeld
• bijvoorbeeld: alles, iedereen, (n)iemand, (n)iets, allemaal.

Het = lw, psv, ovw

lidwoord (lw) => Het huis in de straat.

persoonlijk vn (psv) => Ik ga niet naar het feestje, omdat het laat begint. => Je kunt het vervangen door het feestje.

onbepaald vn (ovw) => Het is heel druk daar, het regent.

Samenvatting btv

• Dat => zn met lidwoord 'het'
• Die => zn met lidwoord 'de' (enkelvoud en meervoud)
• Wie => personen (vaak met voorzetsel)
• Waar => dingen (vaak met voorzetsel)
• Wat => iets, niets of alles (ovw)

            => superlatief = overtreffende trap: beste, meeste

            => een hele zin

btv ingesloten antecedent

Alleen bij wie en wat
Herkennen door:

• wie te vervangen => degene die
• wat te vervangen => dat wat

! Dan is het dus geen vragend voornaamwoord, maar btv

Iedereen heeft zin in vakantie.
Wat is het ovn?

1. iedereen
2. zin
3. vakantie
4. zit er niet in

We willen allemaal lekker uitrusten en van de zon genieten.
ovn?

1. we
2. allemaal
3. lekker
4. genieten

Het meisje dat daar staat, is aardig.
Wat is het btv?

1. het
2. dat
3. daar
4. is

Zij leert een dag van tevoren,
wat niet slim is.
btv?

1. Zij
2. dag
3. wat
4. niet

De tassen die daar staan, zijn bomvol.
btv =
antecedent =

De klok staat verkeerd, wat niet iedereen opvalt.
btv =
antecedent =

De Italianen eten heel grote pizza's.

Werkmoment

Maak Test Jezelf van 4.8

Weet je de basis niet meer goed? 

Maak dan ook Test Jezelf 5.8

Gaat het goed?

Ga verder met Test Jezelf 1.7 ontleden

Volgende les

Herhalen:

• ontleden
• neven/onderschikking
• beknopte bijzin
• samentrekking

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leerwerkboek deel B 
  
• je leesboek
• je schrift

Les 2

Planning

• Leerdoelen ontleden
  
• Testje LessonUp
• Werkmoment
• Vooruitblik

Leerdoelen

• ontleden vaste volgorde
• neven/onderschikking
• beknopte bijzin (fout herkennen)
• samentrekking (fout herkennen)

Leer ook de theorie!

Een lijdend voorwerp komt alleen voor bij een werkwoordelijk gezegde.

1. juist
2. onjuist

Onderwerp en lijdend voorwerp
van een zin beginnen nooit
met een voorzetsel.

1. juist
2. onjuist

Een nevenschikking heeft altijd een hoofdzin en een bijzin

1. juist
2. onjuist

Een samentrekking is correct als het weggelaten deel aan de volgende drie voorwaarden voldoet:

Iedereen werkt hard in deze drukke periode, maar je moet ook rust nemen.

1. hz - hz
2. hz - bz
3. bz - hz
4. beknopte bijzin - hz

Na hard gewerkt te hebben, krijgen leerlingen een welverdiende vakantie.

1. hz - hz
2. hz - bz
3. bz - hz
4. beknopte bijzin - hz

Zoekend naar mijn sleutel, rinkelde mijn telefoon plotseling.
Beknopte bijzin sluit:...

1. goed aan
2. verkeerd aan

De uitnodiging kwam op 2 mei
en hebben we goed ontvangen.
Verbeter de samentrekking

Stappen

De uitnodiging kwam op 2 mei en hebben we goed ontvangen.

1. Weggelaten deel: de uitnodiging in tweede stuk.
2. Fout: de uitnodiging onderwerp (deel 1) en lijdend voorwerp (deel 2).
3. Voeg deel weer toe: 

De uitnodiging kwam op 2 mei en die hebben we goed ontvangen.

Werkmoment

Maak: Test jezelf 2.7, 3.7.

Vragen?

Wat ga je nog leren?

Vooruitblik

Vrijdag toets: neem je leesboek mee

Volgende week:

• 2 lessen fictietaak werken / inleveren
• 3e les starten met nieuw onderdeel