OEFENTOETS Krachten van de natuur b/k

Oefentoets: Krachten van de natuur
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets: Krachten van de natuur

Slide 1 - Diapositive

Aardkorst
Mantel
Buitenkern
Binnenkern

Slide 2 - Question de remorquage

Een zeebeving is...
A
een aardbeving onder zee.
B
een ander woord voor tsunami.
C
een beving van de aardmantel.
D
het gevolg van een vloedgolf.

Slide 3 - Quiz

Aardbevingen ontstaan...
A
in de aardkern.
B
in het hypocentrum
C
langs breuken.
D
midden op de aardplaten.

Slide 4 - Quiz

Hoeveel graden kan het in de binnenkern worden?
A
50- 100 graden
B
900- 1000 graden
C
5000-6000 graden
D
10.000 - 20.000 graden

Slide 5 - Quiz

Aardkern
Aardkorst
Mantel
Heetste deel van de aardbol
Heet, vloeibaar, stroperig gesteente
Harde, oude steen

Slide 6 - Question de remorquage

1
2
3
4

Slide 7 - Question de remorquage

Waar voel je de aardbeving het meest?
A
Overal even erg
B
Onder water
C
Epicentrum
D
Aardkern

Slide 8 - Quiz

Wat is de Schaal van Richter?

Slide 9 - Question ouverte

In Nederland zijn er ook aardbevingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Een aardbeving wordt gemeten volgens de schaal van ...
A
Richter
B
Beaumont
C
Seismologie

Slide 11 - Quiz

Hoe kunnen aardbevingen ontstaan in Groningen?

Slide 12 - Question ouverte

Waar staat de combinatie Tsunami voor?

Slide 13 - Question ouverte

1. 
2. 
3.
4. 
Zeebodem
een
zeebeving.


Bodem
gaat
omhoog
Door de zeebodem beweegt het water omhoog.
Er ontstaan grote golven
Deze golven komen uiteindelijk op het land

Slide 14 - Question de remorquage

Hoe hard kan een golf van een Tsunami gaan?
A
100 km/u
B
200 km/u
C
400 km/ u
D
800 km/u

Slide 15 - Quiz

Midden Rusland
Geen kans 
Midden-Europa Geen kans
India. Grote kans. 
Japan. Grote kans
Chili. Grote kans

Slide 16 - Question de remorquage

Noem minimaal twee gevolgen van een tsunami.

Slide 17 - Question ouverte

Wat gebeurde er in het jaar 79 n.C.?
A
Toen ontdekten onderzoekers de stad Pompei onder het puin.
B
Toen werd Pompei door een aardbeving bedekt met modder, as, water en puin.
C
Toen werd Pompei door een vulkaanuitbarsting bedekt met modder, as en puin.
D
Toen werd Pompei weggevaagd door een uitbarsting van een vulkaan.

Slide 18 - Quiz

Iets uit het verleden waaruit je informatie haalt
A
een bron
B
een historische bron
C
een ooggetuige

Slide 19 - Quiz

Wat is een ooggetuige?
A
Iemand die altijd goed om zich heen kijkt.
B
Iemand die een plek bezoekt waar een historische gebeurtenis is gebeurd.
C
Iemand die iets met eigen ogen heeft gezien.

Slide 20 - Quiz

Turkije
Frankrijk
Nederland
Italië, Pompeï
Spanje
Afrika

Slide 21 - Question de remorquage

Magma
Lava
Krater
Kraterpijp

Slide 22 - Question de remorquage

De zinnen over vulkanen staan in de verkeerde volgorde. Sleep ze zodat ze van onder naar boven in de juiste volgorde staan
1
2
3
Platen botsen tegen elkaar, er ontstaat een vulkaan. 
Lava vloeit uit de krater en stolt tot gesteente.
Magma stijgt omhoog.

Slide 23 - Question de remorquage

Je bent halverwege

Slide 24 - Diapositive

Wat is het verschil tussen magma en lava?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

De kaart op de vorige dia is een kaart van de wereld waarop alle vulkanen, breuklijnen en platen staan. Kijk naar het sterretje op de kaart. Onder het sterretje ligt het land Indonesië. Mensen zeggen over Indonesië dat het op de Ring van Vuur ligt.
Leg in eigen woorden uit waarom mensen dit zeggen.

Slide 27 - Question ouverte

Op welk werelddeel zijn de meeste vulkanen te vinden?
A
Europa
B
Afrika
C
Noord-Amerika
D
Azie

Slide 28 - Quiz

Welke landen zijn gebouwd op vulkanen?
A
IJsland en China
B
IJsland en Spanje
C
IJsland en Denemarken
D
IJsland en Japan

Slide 29 - Quiz

Zijn er ook positieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting?

Slide 30 - Question ouverte

Wat zijn negatieve gevolgen van een vulkaanuitbarsting?

Slide 31 - Question ouverte

Dode vulkaan
Slapende vulkaan
Actieve vulkaan

Slide 32 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een slapende en een dode vulkaan?

Slide 33 - Question ouverte

Rond een vulkaan is de grond heel vruchtbaar. Wat betekent vruchtbaar?

Slide 34 - Question ouverte

Noorwegen
Rusland
Belgie 
Schotland
Oostenrijk
Spanje

Slide 35 - Question de remorquage

Passieve vakantie
Actieve vakantie

Slide 36 - Question de remorquage

Leg uit wat een dubbelseizoen betekent.

Slide 37 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen toerisme en recreatie?

Slide 38 - Question ouverte

Op welk Caribisch eiland heeft Nederland toch een slapende vulkaan?
A
Aruba
B
Saba
C
Sint Maarten
D
Bonaire

Slide 39 - Quiz

In welk land komen geen bergen voor?
A
Oostenrijk
B
Spanje
C
Schotland
D
Denemarken

Slide 40 - Quiz

Veel mensen gaan naar vakantiegebieden in de bergen, vooral voor
A
Actieve vakanties
B
Passieve vakanties

Slide 41 - Quiz

Hoe noem je vrije tijd die je gebruikt voor je plezier?

Slide 42 - Question ouverte

Als je voor recreatie naar een ander gebied gaat, noem je dat

Slide 43 - Question ouverte

Welke uitspraak is juist?
A
Een dagje naar de dierentuin is vakantie.
B
Een potje voetballen is recreatie.
C
Een wandeling in je eigen stad is toerisme
D
Kamperen in Nederland is GEEN vakantie

Slide 44 - Quiz

Wat is geen vakantiegebied in Nederland?
A
bergen
B
bossen
C
kust
D
steden

Slide 45 - Quiz

Einde toets
Je mag het inleveren en dan gaan lezen.

Slide 46 - Diapositive