KT2 DA1 - module 2B- les 7

Kerntaak 2 DA1  
Module 2B - les 7 - 2023/2024
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Kerntaak 2 DA1  
Module 2B - les 7 - 2023/2024

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Terugblik vorige les 
  • Bespreken opdracht vorige les - BMI Medilect
  • Temperatuur H5.4 (blz 83) & Saturatie H5.28 (blz. 174)

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent BMI?
A
Body Mass Health
B
Body Mass Intern
C
Body Mass Intermittent
D
Body Mass Index

Slide 3 - Quiz

Reken het BMI uit van Dhr. Janssen:
Dhr. weegt 80kg en is 1,78 m lang.
Wat is het BMI?
A
25,25
B
28,14
C
21,50
D
26,80

Slide 4 - Quiz

In welke categorie valt Dhr. Janssen?
A
Normaal 18,5 - 24,9.
B
Overgewicht 25 - 29,9
C
Obese 30 - 34,9
D
Ondergewicht < 18,5

Slide 5 - Quiz

Vitale functies


Saturatiemeter
Temperatuur

Slide 6 - Diapositive

Temperatuur

Slide 7 - Diapositive

Temperatuur meten
De temperatuur kan op verschillende plekken gemeten worden.
Betrouwbare metingen:
  • Rectaal > bij kinderen jonger dan 3 maanden altijd rectaal meten;
  • Intra-auraal (oor) > contra-indicatie bij een middenoorontsteking;
       Niet erg betrouwbaar:
  • Oraal > tel hier 0,3 - 0,5 C bij op.
  • Axillair (oksel)  > tel hier 0,5 - 1,0 C bij op. 

Slide 8 - Diapositive

Waardes van de temperatuur: 
* een temperatuur van 37,5 tot 38,0 noem je verhoging (dit begrip wordt tegenwoordig niet meer gebruikt);
* een temperatuur van > 38,0 C noem je koorts;
* een temperatuur > 41,0 noem je hyperthermie;
* een temperatuur < 35,0 noem je hypothermie. 

Slide 9 - Diapositive


Waarom zou het belangrijk zijn om temperatuur te controleren?

Slide 10 - Diapositive

Indicatie?

Slide 11 - Carte mentale

Temperatuur
Eén ding klopt in dit filmpje. Wie kan zo vertellen wat?

Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 12 - Diapositive

Temperatuur
  • Gemiddelde lichaamstemp van 37C. Bij deze temperatuur werkt het lichaam het beste
  • Te grote afwijkingen kunnen schade veroorzaken bij de mens

  • Verhoging; temperatuur tussen de 37,5C en 38,0C
  • Koorts: > 38.0C
  • Hypothermie = < 35 °C
  • Regeling temperatuur zorgt de Hypothalamus voor



Slide 13 - Diapositive

filmpje temperatuur opmeten

Slide 14 - Diapositive

Zuurstofsaturatiemeting
Met dit onderzoek wordt aan de buitenranden van het lichaam (=perifeer) door de huid heen (= percutaan) bepaald of het bloed voldoende zuurstof bevat (= zuurstofsaturatie). Veel zuurstofsaturatiemeters kunnen daarnaast ook de polsfrequentie bepalen (= puls). De afkorting voor de zuurstofsaturatie = SpO2. 

Slide 15 - Diapositive

Groepsopdracht

  • Wat is saturatie?
  • Wat is een normale saturatie?
  • Hoe werkt een saturatiemeter?
  • Wanneer ga jij bij een zorgvrager saturatie meten? 
timer
8:00

Slide 16 - Diapositive

Zuurstofsaturatiemeting
Bepaling door middel van:
  • Vingersensor > die over een vingertop geschoven wordt;
  • Oorsensor > die wordt over een oorlel aangebracht;
  • Voorhoofdsensor > als het niet lukt om met bovenstaande apparaten te meten. 

De sensor aan de vingertop = het meest betrouwbaar! 

Slide 17 - Diapositive

Zuurstofsaturatiemeting
Uitvoering:
  • Vingers moeten schoon, droog en warm zijn (goed doorbloed) > evt. opwarmen onder warme kraan. 
  • Niet meten wanneer er nagellak op de vingers zit en/of kunstnagels > niet betrouwbaar.

Slide 18 - Diapositive

Zuurstofsaturatiemeting
Referentiewaarden:

  • Gezonde volwassen mensen: 95- en de 100%.
  • SpO2 < 92% = hypoxemie ( te weinig zuurstof in het bloed). Bij mensen met chronische long- en hartaandoeningen kan i.o.m. de huisarts een saturatie < 92% acceptabel zijn. 
    Altijd overleggen met de huisarts! 


Slide 19 - Diapositive

Saturatie
  • Gezonde mensen saturatie 95- 100 %
  • COPD/ hartfalen saturatie 92-100%
  • Lager dan 95% overleg arts
  • Lager dan 92% = hypoxemie > te weinig zuurstof, oorzaak?

Slide 20 - Diapositive

Aandachtpunten saturatie meten
  • Kijk naar de zorgvrager, niet alleen naar de getallen; wat zie je?
  • Nagellak kan de meting beinvloeden
  • Door koude handen is de meting moeilijker uit te voeren (geen mooie curve)

VS

Goede curve
Slechte curve

Slide 21 - Diapositive

Wat meet je bij de saturatie?
A
De bloeddruk van de patient
B
Percentage zuurstof in de vinger
C
Het percentage hemoglobine gebonden met zuurstof
D
Het percentage hemoglobine gebonden met koolzuur

Slide 22 - Quiz

Wat is een goede waarde voor de zuurstofsaturatie?
A
36 - 40%
B
56 - 60%
C
76 - 80%
D
95 - 100%

Slide 23 - Quiz

Huiswerk
Herhalen van alle lesstof van de afgelopen periode! 
Medilect af?
Lees boek Medisch Technisch Handelen: H 3.2 tot H 3.2.1
Leren voor de toets! 

Slide 24 - Diapositive