,
Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Stijgen > ik steeg > wij stegen
Bieden > ik bood > wij boden
Binden > ik bond > wij bonden
Nemen > ik nam > wij namen
Varen > ik voer > wij voeren
Laten > ik liet > wij lieten
Kwijlend nam ik een hap van mijn Big Mac.Pratend met volle mond zag ik hem naar me kijken.
Ik neem een tosti
Ik nam een tosti
Ik heb een tosti genomen
Ik heb zin om een tosti te nemen
Geef me eens een tosti!
Ik eet mijn zojuist gekochte tosti