Analyse H13.2

Inbeslagneming vindt plaats door...
A
.....de verdachte mee te delen dat het goed in beslag is genomen.
B
.....de verdachte vorderen het in beslag te nemen goed aan de opsporingsambtenaar te overhandigen.
C
.....door een daad.
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
BOAMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Inbeslagneming vindt plaats door...
A
.....de verdachte mee te delen dat het goed in beslag is genomen.
B
.....de verdachte vorderen het in beslag te nemen goed aan de opsporingsambtenaar te overhandigen.
C
.....door een daad.

Slide 1 - Quiz

Wat wordt bedoeld met verbeurd verklaren?
A
Het bewijzen dat criminele winsten zijn verkregen uit het strafbare feit.
B
Het eigendom wordt door de rechter afgenomen van de eigenaar en het goed wordt eigendom van de overheid.
C
Het goed is illegaal en moet worden vernietigd.

Slide 2 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de vatbaarheid 'aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel'?
A
Het eigendom kan door de overheid worden afgenomen door een rechterlijke beslissing.
B
Het bewijzen dat er winsten zijn behaald uit de strafbare feiten.
C
Het goed kan worden vernietigd door een rechterlijke beslissing.

Slide 3 - Quiz

Klaas rijdt een aantal mensen met opzet aan met zijn auto. De auto wordt ten behoeve van waarheidsvinding in beslag genomen. Nadat het onderzoek is afgerond wordt het voertuig in beslag gehouden met als doel deze als bijkomende straf af te laten nemen door een rechter. Van welke vatbaarheid voor inbeslagneming is hier sprake?
A
De waarheid aan het licht brengen.
B
Afname van wederrechtelijk verkregen voordeel.
C
Verbeurd verklaren.

Slide 4 - Quiz

Kunnen goederen waarmee wederechtelijk verkregen voordeel kan worden aangetoond in beslag worden gehouden als dit wederrechtelijk voordeel is aangetoond?
A
Ja, om het wederrechtelijk verkregen voordeel verbeurd te verklaren.
B
Nee, dit kan niet. Het doel is immers bereikt. De goederen moeten teruggegeven worden aan degene bij wie het in beslag is genomen.
C
Ja, maar alleen als dit goed in een andere zaak gebruikt kan worden.

Slide 5 - Quiz

Kunnen voorwerpen in beslag worden genomen als het feit van verdenking GÉÉN VH-feit is en het feit buiten heterdaad wordt ontdekt?
A
Nee.
B
Ja, maar dan alleen als de verdachte eerst is aangehouden.
C
Ja, als de verdachte eerst wordt staande gehouden. Dit kan voor elk strafbaar feit buiten heterdaad.

Slide 6 - Quiz

Kan een vatbaar goed buiten heterdaad in beslag worden genomen als dit goed NIET wordt meegevoerd door een verdachte (bijvoorbeeld gevonden fiets die van diefstal afkomstig blijkt te zijn).?
A
Ja, maar dan alleen voor artikel 67 lid 1 VH-feiten.
B
Ja, dit kan voor elk feit.
C
Nee, er is geen verdachte aanwezig.

Slide 7 - Quiz

Een bevoegde opsporingsambtenaar ontdekt op heterdaad een misdrijf en wil een voor inbeslagneming vatbaar goed in beslag nemen. De aangehouden verdachte heeft het echter in zijn jaszak gestopt en wil deze niet afgeven. Welke bevoegdheid gaat de opsporingsambtenaar nu als eerste inzetten?
A
In beslag nemen.
B
Fouilleren.
C
Aanhouden.

Slide 8 - Quiz

Mag een BOA domein 1 goederen in beslag nemen die betrekking hebben op strafbare feiten waarvoor hij niet bevoegd is (niet in zijn domeinlijst)?
A
Ja, dit mag een burger namelijk ook.
B
Ja, hij is opsporingsambtenaar.
C
Nee, dit mag hij niet.

Slide 9 - Quiz

Wat wordt bedoeld met bevriezen?
A
In afwachting van degene die bevoegd is een doorzoeking ter inbeslagneming uit te voeren wordt de situatie 'stil gelegd'.
B
Dit is geen term binnen het strafrecht.
C
In afwachting van degene die bevoegd is een bepaalde fouillering uit te voeren, wordt de verdachte geboeid in een afgesloten ruimte geplaatst.

Slide 10 - Quiz