H5 les 2 Kruistochten

5.5 De Kruistochten
Les 2: De Kruistochten
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

5.5 De Kruistochten
Les 2: De Kruistochten

Slide 1 - Diapositive

  • Herhaling vorige les
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Welke plek was geschikt voor het ontstaan van een stad?
A
Midden in een bos
B
Bij een moeras
C
Naast een weg of bij een kruispunt
D
Op een eiland

Slide 3 - Quiz

Noem nog twee geschikte plekken voor het ontstaan van steden

Slide 4 - Question ouverte

Les 2 Kruistochten
Heilige oorlog

Slide 5 - Diapositive

  • Drie redenen geven waarom mensen meegingen op kruistocht.
  • Twee oorzaken en gevolgen noemen van de kruistochten.
  • Het verschil uitleggen tussen een bedoeld en onbedoeld gevolg.
  • Het verschil uitleggen tussen een gevolg op kortetermijn en op langetermijn.
  • Aangeven of de inwoners van jouw stad op kruistocht gaan en uitleggen waarom wel/niet.

  • Kruistochten
  • Korte en langetermijngevolgen
  • Bedoelde en onbedoelde gevolgen

Slide 6 - Diapositive

Ga naar SAGA
Module 5 Les 2 Heilige oorlog!
Digibordles
Slide 2
Video 'wat gebeurde er in de tiende eeuw?'

Slide 7 - Diapositive

Wat gebeurde er in de tiende eeuw?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Een kruistocht is:
A
en heilige tocht van monniken met een kruis door een middeleeuwse stad.
B
een tocht vanuit Europa om het Heilige Land te veroveren.
C
een tocht naar het Midden-Oosten, een soort middeleeuwse vakantie.

Slide 10 - Quiz

In 1095 riep de paus iedereen op om op kruistocht te gaan. Wat was het bedoelde gevolg van de oproep van de de paus?
A
Dat jullie nu nog leren over de kruistochten.
B
Dat Jeruzalem werd veroverd.

Slide 11 - Quiz

In 1095 riep de paus iedereen op om op kruistocht te gaan. Wat was het bedoelde gevolg van de oproep van de de paus?
A
Dat jullie nu nog leren over de kruistochten.
B
Dat Jeruzalem werd veroverd.

Slide 12 - Quiz

Een kruistocht is:
A
en heilige tocht van monniken met een kruis door een middeleeuwse stad.
B
een tocht vanuit Europa om het Heilige Land te veroveren.
C
een tocht naar het Midden-Oosten, een soort middeleeuwse vakantie.

Slide 13 - Quiz

Jaartal 
1095
Er zijn 95 jaar verstreken. Jullie inwoneraantal is verdubbeld.

Vul dit in in jullie boekje 1095 - 1290.

Slide 14 - Diapositive

  • Wat: Maak les 2 van het werkboekje
  • Hoe: individueel
  • Hulp: De docent, uitleg in SAGA en leerwerkboek. Als je van de docent kaartjes of ander materiaal uit het werkboekje nodig hebt dan zet je het docentje in het blokje. Ik kom vanzelf langs. 
  • Tijd: 15 min.
  • Uitkomst: klassikaal bespreken
  • Klaar? Ga verder in Lesson-Up. Je mag doorwerken als je kan versnellen. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Ga naar digibord les 2 slide 4 in SAGA. Daarna ook slide 4 en 6

Slide 17 - Diapositive

In welke zin is sprake van een onbedoeld gevolg?
A
Je bent je sportkleren vergeten. Iemand leent je kleren. Gevolg: je kan nu wel meedoen met voetbal.
B
Een vriendin heeft niet goed geleerd voor een toets. Je laat haar afkijken, maar de leraar ziet het. Gevolg: jij krijgt straf.
C
Je wilt graag een nieuw computerspel kopen. Je neemt een krantenwijk. Gevolg: nu heb je geld om het spel te kopen.

Slide 18 - Quiz

In welke zin is sprake van een onbedoeld gevolg?
A
Je bent je sportkleren vergeten. Iemand leent je kleren. Gevolg: je kan nu wel meedoen met voetbal.
B
Een vriendin heeft niet goed geleerd voor een toets. Je laat haar afkijken, maar de leraar ziet het. Gevolg: jij krijgt straf.
C
Je wilt graag een nieuw computerspel kopen. Je neemt een krantenwijk. Gevolg: nu heb je geld om het spel te kopen.

Slide 19 - Quiz

Door uitvindingen in de landbouw kan de boer met de nieuwe ploeg zijn land beter bewerken.
A
kortetermijngevolg
B
langetermijngevolg

Slide 20 - Quiz

Door uitvindingen in de landbouw groeit de bevolking, omdat er meer voedsel is.
A
kortetermijngevolg
B
langetermijngevolg

Slide 21 - Quiz