Breuken groep 6

Breuken groep 6
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Breuken groep 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis (wat weten jullie al?)
  • Uitleg 
  • Samen oefenen (met echt eten en wisbordjes)
  • Zelf doen. 
  • Evalueren met controle vragen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
3  teller (hoeveel stukken)
-
4  noemer (in hoeveel stukken je het opdeelt/ totaal aantal stukken.)

Slide 4 - Diapositive

Verdeel de taart in drie stukken en schrijf de breuk op. 
Uitleg
Jullie zien hier een heerlijke taart. Jurjen, Gio en Tasos willen alle drie een groot stuk taart. Hoe groot stuk krijgt iedereen?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe groot stuk krijgt iedereen? Schrijf in een breuk. Vul het zo in: ../..

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 7 - Diapositive

Verdeel de taart in drie stukken en schrijf de breuk op. 
Gio heeft zijn stuk taart al op. Hoeveel ligt er nog van de taart? Schrijf in een breuk. ../..

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
Nynke rikst, Fleur, Eline en Marije hebben een cake gekocht. De cake is verdeeld in 12 stukken. Hoeveelste deel van de cake eten deze vier dames op, als ze elke een stuk eten?

Slide 9 - Diapositive

Verdeel de taart in drie stukken en schrijf de breuk op. 
Hoeveelste deel eten de 4 dames op?
Schrijf op als een breuk. ../..

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jeffrey en Elynn gaan pizza eten. Jeffrey eet 3/4 pizza en Elynn 1/4. Hoeveel eten ze samen?
Schrijf als een breuk.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
+                                   =

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eierkoeken
We hebben 12 eierkoeken en 25 kinderen. 
- Als we elke eierkoek verdelen in 2 stukken. Hebben we dan genoeg?
- Als we het in 3 stukken verdelen. Hebben we dan genoeg?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We verdelen de 12 eierkoeken in 3 stukken. Hoeveel stukken hebben we? Schrijf ook de som op.

Slide 15 - Question ouverte

12x3= 36
Opeten
De jongens kunnen niet op hun beurt wachten en eten allemaal 1/3 stuk van een eierkoek op. We hebben 12 jongens en 36 stukjes eierkoek in totaal. Hoeveelste deel van de eierkoeken is opgegeten? 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12 jongens eten een stukje. Er zijn 36 stukken in totaal. Hoeveel is opgegeten. Schrijf de breuk op.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opeten
De meiden vinden het niet eerlijk. Ze hebben ook zin in wat. Hoeveelste deel van de eierkoeken blijft nog over? We hebben 25 kinderen en 36 stukjes. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel blijft over? 36 stukjes. 25 zijn opgegeten.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Cake
We hebben 25 kinderen en juf wil ook een stuk cake. Teken hoe we de cake gaan verdelen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Teken op je wisbordje en maak een foto.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We verdelen de cake in 26 stukjes. De middelste rij krijgt als eerste een stuk. Hoeveelste breuk is dit?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
1/6 + 3/6=...

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
4/8 + 2/8=..

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb 3/26 en 4/26 stuk cake liggen. Hoeveel kinderen krijgen nog meer een stuk cake? Schrijf op als een breuk.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb nog 2/26 en 4/26. Hoeveel kinderen krijgen een stuk? Schrijf op als een breuk.

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Ik heb twee repen van 24 stukjes. Iedereen krijgt één stukje.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel stukjes zijn er in totaal?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

We zijn met 25 kinderen. Hoeveelste deel van de chocolade eten we op? Schrijf op als een breuk.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik breek de reep in 6 delen. Hoeveelste deel is één deel?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik 1/6 deel en nog 3/6 deel verdeel. Hoeveel is dit dan samen? Schrijf op als een breuk.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Ik breek de reep in 5 delen. Hoeveelste deel is één deel?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions