Leesvaardig hfst. 1 t/m 6 3TL

LEESVAARDIG
hoofdstuk 1 t/m 6
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

LEESVAARDIG
hoofdstuk 1 t/m 6

Slide 1 - Diapositive

Wat in een tekst belangrijk is, noem je .....

Slide 2 - Question ouverte

Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding en in het slot van een tekst en in de kernzin van elke alinea
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Je kunt het belangrijkste van een tekst in één zin samenvatten. Dit noem je de .....

Slide 4 - Question ouverte

Tekstdoel en publiek
Bestudeer het schema op blz. 40 en maak 
opdracht 2 vraag 1 t/m 5 + 12

Slide 5 - Diapositive

Antwoorden blz. 42 vr. 1 t/m 5
1.  Een groot, deftig diner met veel mensen aan lange tafels
2. Dineren met/bij de koning
3. C
4. Dit is een krantenbericht
5. D
12. D

Slide 6 - Diapositive

HOOFDSTUK 3
VERBANDEN EN 
SIGNAALWOORDEN (1)

Slide 7 - Diapositive

Bestudeer theorie blz. 68
MAAK VAN OPDRACHT 1
VRAAG  1  2  5  7  9

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden
1. B
2. Niet alleen ... ook, daarnaast
5. informeren
7. tevens
9. Zo

Slide 9 - Diapositive

opsomming

Slide 10 - Carte mentale

tegenstelling

Slide 11 - Carte mentale

voorbeeld/toelichting

Slide 12 - Carte mentale

HOOFDSTUK 4
SIGNAALWOORDEN EN
TEKSTVERBANDEN (2)

Slide 13 - Diapositive

Bestudeer de theorie op blz. 96
MAAK VAN OPDRACHT  2
VRAAG  4  5  6  9

Slide 14 - Diapositive

Antwoorden
4. D
5. chronologisch (tijdsvolgorde) verband
6. eerst, daarna, vervolgens
9. oorzaak - gevolg

Slide 15 - Diapositive

tijdsvolgorde
(chronologie)

Slide 16 - Carte mentale

oorzaak/gevolg

Slide 17 - Carte mentale

voorwaarde

Slide 18 - Carte mentale

HOOFDSTUK 5
MENING, ARGUMENT EN 
CONCLUSIE

Slide 19 - Diapositive

Hoe wordt een mening ook wel genoemd?

Slide 20 - Question ouverte

Een mening herken je aan signaalwoorden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als een schrijver uitlegt waarom hij iets vindt, geeft hij ....

Slide 22 - Question ouverte

signaalwoorden
argument

Slide 23 - Carte mentale

Noem de signaalwoorden waaraan je een conclusie herkent

Slide 24 - Question ouverte

HOOFDSTUK 6
LAY-OUT VAN EEN 
TEKST

Slide 25 - Diapositive

Noem een ander woord voor opmaak (van een tekst)

Slide 26 - Question ouverte

Veel gebruikte functie van een afbeelding is: de aandacht van de lezer trekken
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Een afbeelding zal nooit een lezer aansporen om iets te doen
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

succes!

Slide 29 - Diapositive