Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 2.1
De opbouw van de aarde
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen par. 2.1
Je kent de opbouw van de aarde.
Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst.
Je begrijpt hoe platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van endogene processen?
A
Magmastromen in de aarde
B
Vulkanisme
C
Een vulkaan
D
Erosie
Slide 3 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van exogene krachten?
A
Aardbevingen
B
Wind
C
Erosie
D
Stromend water
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Endogeen
Exogeen
Kracht
Stromend magma
Aardwarmte
Wind
Bewegend ijs
Stromend water
Zon (straling)
Proces
Vulkanisme
Aardbevingen
Platentektoniek
Gebergtevorming
Verwering
Erosie
Transport
Sedimentatie
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Weet je het nog? Wat is de goede volgorde van binnen naar buiten?
A
Aardkern, aardmantel, aardkorst
B
Aardmantel, aardkorst, aardkern
C
Aardkorst, aardmantel, aardkern
D
Aardmantel, aardkern, aardkorst
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoe werkt het?
Hoe verklaren we de endogene krachten en processen?
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Aardkern
Zeer warm (5000-6000 graden C)
Bestaat vooral uit nikkel en ijzer
Bestaat uit een binnen- en buitenkern
Binnenkern is vast, buitenkern is “vloeibaar”
Zorgt voor gedeeltelijk smelten van de aardmantel
Veroorzaakt magnetisme van de aarde
Slide 15 - Diapositive
Aardmantel
Warm waardoor een deel gesmolten is
Gesmolten gesteente = magma
Bestaat uit een binnen- en buitenmantel
Binnenmantel is vast, buitenmantel is gedeeltelijk “vloeibaar”
Gesmolten deel = asthenosfeer
In asthenosfeer zitten stromingen: convectiestromen
Convectiestromen zorgen voor breken, verschuiven en verplaatsen aardkorst
Slide 16 - Diapositive
Aardkorst
Relatief dun
Onder oceanen dunste delen (5 km), onder gebergtes op continenten dikste (tot 100 km)
Bestaat uit een oceanische en continentale aardkorst
Is verdeeld in stukken: aardplaten
Aardplaten kunnen botsen (convergent), uit elkaar drijven (divergent) of langs elkaar schuiven (transform) (par 2.2)
Langs plaatranden treden veel aardbevingen op
Ook vind je daar bijna alle vulkanisme
Slide 17 - Diapositive
Wat hoort niet bij de aardkorst?
A
Relatief dunne laag
B
Meest afgekoeld
C
Bestaat uit brokstukken (platen)
D
Oorsprong van het vulkanisme
Slide 18 - Quiz
Wat hoort niet bij de aardkern?
A
Binnenkern is taai-vloeibaar
B
Verklaart magnetisme van de aarde
C
Warmste deel
D
Radioactiviteit verklaart warmte
Slide 19 - Quiz
Wat zijn verschillen tussen continentale en oceanische korst?
Slide 20 - Diapositive
Oceanische korst: relatief dun, relatief zwaar, groeit vanuit mid-oceanische rug, verdwijnt bij een trog onder de continentale plaat, bijna altijd onder water
Continentale korst: relatief dik, relatief licht, min of meer constante grootte, kan omhoog komen (gebergtevorming) of dalen, of lager worden door afslijting, meestal ligt hier land, maar ook het continentaal plat ligt er op
Slide 21 - Diapositive
Gesteentes herkennen: continentale korst > vooral graniet oceanische korst > vooral basalt
Slide 22 - Diapositive
Hoe herken je die gesteentes?
Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Op de oceaanbodem
Welke kant bewegen de platen op?
De midoceanische rug is het minder diepe deel van de oceanen waar platen uit elkaar gaan en vulkanisme optreedt.
Slide 26 - Diapositive
Vulkanisme in de oceanen
twee delen oceaanbodem uit elkaar (divergente breuk)
kier in aardkorst
opgevuld met heet gesteente (lava)
contact lava met oceaanwater
lava stolt
ontstaan van nieuw stukje oceaanbodem
midoceanische rug = soort van langgerekte berg op oceaanbodem
Slide 27 - Diapositive
Hoe ontstaat een vulkaan?
- Op plekken in bijv. de oceaan waar platen uit elkaar bewegen. --> Hier ontstaat een midoceanische rug.
IJsland ligt op een midoceanische rug.
Slide 28 - Diapositive
Vraag 4: Waar ontstaat een midoceanische rug?
A
B
C
C
Slide 29 - Diapositive
slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat
Slide 30 - Diapositive
Diepzeetrog
De onderduikende plaat (oceanische plaat) neemt door wrijving een deel van de continentale plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat een lokaal diep gebied in de oceaan. Dit noemen we een diepzeetrog (trench in het Engels). Dit zijn de diepste plekken van de zeebodem!
De onderduikende plaat neemt, door wrijving, een deel van de bovenliggende plaat mee naar beneden. Hierdoor ontstaat de trog
Slide 31 - Diapositive
Leerdoelen par. 2.1
Je kent de opbouw van de aarde.
Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst.
Je begrijpt hoe platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.
Slide 32 - Diapositive
Aan de slag
Zijn er leerlingen via teams? Hoe was deze les te volgen? Graag feedback.