Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
In de klassenplattegrond zitten
Luisteren als er iemand praat
schrift en pen op tafel voor aantekingen
laptop dichtgeklapt op tafel
Niet naar de WC tijdens de les
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?
Slide 2 - Diapositive
Het Frankische Rijk
751-870
De Franken waren een germaanse stam.
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
Slide 3 - Diapositive
De Franken onder de Merovingen
De Franken leefden in Frankrijk, Duitsland en Zuid-Nederland. Waren erg verdeeld tot dat Koning Clovis ( 481-511) heerser werd over alle Franken.
Hij kwam uit de familie van de Merovingen.
Werkte alle tegenstanders uit de weg. Stond bekend als een barbaar.
Na zijn dood viel het rijk uiteen ( het werd verdeeld onder zijn zonen)
Slide 4 - Diapositive
Het Frankische rijk stond onder leiding van Clovis uit de familie van de merovingen.
Slide 5 - Diapositive
https:
Slide 6 - Lien
Merovingen
Na de volksverhuizingen stort het Romeinse Rijk in --> Europa wordt weer een landbouwsamenleving.
In Duitsland en Frankrijk veroveren de Frankische koningen grote gebieden.
Belangrijkste koning: Clovis, uit de familie van de Merovingen .
Rond 499: Clovis laat zich dopen tot christen = verspreiding van het Christendom in het Frankrische Rijk.
Slide 7 - Diapositive
De Karolingen
Macht wordt overgenomen door de hofmeier, Pepijn/Pippijn de Korte, van de Karolingen dynastie.
Een hofmeier is de beheerder van de bezittingen van de koning. Ze waren rijk.
Pippijn de Korte wordt koning.
Pippijn is de vader van Karel de Grote.
Slide 8 - Diapositive
Karel de Grote
768: koning van het Frankrische Rijk.
Vocht 30 jaar lang tegen de Saksen (oosten van Nederland en noorden van Duitsland). De Saksen waren heidenen en werden gedwongen om christenen te worden.
Slide 9 - Diapositive
Karel de Grote
Veroverde veel gebieden door oorlog te voeren.
Wetten opschrijven, voor een betere bestuur.
Liet nieuwe munten maken om de handel te bevorderen.
Liet scholen, kerk en kloosters oprichtten.
Slide 10 - Diapositive
Macht en onmacht van de Frankrische keizers
Karel de Grote had een groot rijk.
Zendgraven moesten controleren of rechters en bestuurders hun werk goed deden.
Slide 11 - Diapositive
Het leenstelsel
De Frankische koningen konden hun land niet alleen besturen.
Ze kregen hulp van hun vazallen: krijgsmannen in dienst die trouw aan de koning hadden gezworen.
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen (feodum).
Zij mochten dit namens de koning besturen: zij werden zijn leenmannen.
De gever was de leenheer.
Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Onstaan in de vroege middeleeuwen, maar kwam in de Late Middeleeuwen veel vaker voor (bijna alle edelen en bisschoppen werden leenmannen van de koning).
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Plichten van de leenmannen:
Trouw zweren aan de koning
Zijn gebeid besturen en rechtspreken
Jaarlijks belasting betalen aan de koning
Meevechten met zijn soldaten in het leger van de koning.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Controle op het leenstelsel
Zendgraven: reizen rond en maakten nieuwe wetten bekend. Controleren of een leenman zich aan de afspraken hield en of hij genoeg belasting had betaald aan de koning.