Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Introduction
Je kunt prijzen van goederen met elkaar vergelijken door ze om te rekenen naar eenzelfde eenheid van gewicht.
Éléments de cette leçon
PRIJZEN OMREKENEN
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt prijzen van goederen met elkaar vergelijken door ze om te rekenen naar eenzelfde eenheid van gewicht.
Slide 2 - Diapositive
Producten kunnen verschillen in prijs en gewicht. Om de prijzen goed met elkaar te kunnen vergelijken, moet je alle prijzen naar een prijs per standaardgewicht omrekenen.
Slide 3 - Diapositive
Voorbeeld
Een reep chocola van Verkade kost € 0,95 voor 75 gram. Hoeveel kost 100 gram?
stap 1: de prijs per gram
stap 2: vermenigvuldigen met het aantal gram waarvan de de prijs wilt weten
Dus: (0,95 : 75) x 100 = € 1,27
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Nu jij!
Slide 6 - Diapositive
Een reep chocola van Verkade kost € 0,95 voor 75 gram. Hoeveel kost 100 gram?
A
€ 1,26
B
€ 1,27
C
€ 0,71
D
€ 0,70
Slide 7 - Quiz
Je betaalt € 0,59 voor een kilo suiker. Wat kost een pak van 1,5 kilo?
A
€ 0,39
B
€ 0,59
C
€ 0,89
D
€ 1,06
Slide 8 - Quiz
Timo koopt in de supermarkt een pakje kipfilet. Op de verpakking staan twee prijzen: de prijs per kilo: € 8,00, en het bedrag dat Timo moet betalen. In het pakje zit 165 gram kipfilet.