Retaillogistiek H5 Verkoopklaar maken

Hfst 5 Verkoopklaar maken van goederen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
HandelMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hfst 5 Verkoopklaar maken van goederen

Slide 1 - Diapositive

5.1 Goederen uitpakken en controleren
Voordat goederen de winkel in kunnen moeten ze verkoopklaar gemaakt worden:

1. uitpakken en controleren
2. beveiligen met een tag
3. opvouwen van kleding

Slide 2 - Diapositive

Soorten verpakkingen
1. Consumentenverpakking: verpakking waarin de consument ze koopt.
Functie:
- aantrekkelijker product
- voorzien van nodige inhoudelijke informatie
- bescherming



Slide 3 - Diapositive

2. Omverpakking
In een omverpakking zitten meerdere consumentenverpakkingen.  Ze zijn bedoeld voor intern en extern transport. 

Functie:
- bescherming
- makkelijk en veilig vervoeren
- er staan behandelingssymbolen op

Je kunt dit ook als verkoper doen: door bijv. cadeau in te pakken.

Slide 4 - Diapositive

3. Transportverpakking
Dit is verpakking waarin artikelen worden vervoerd. Let op pallets en rolcontainers zijn geen verpakkingen.

Wanneer je verpakkingen verwijdert:
- Doe dit voorzichtig
- Zorg dat het artikel niet vuil wordt
- Gebruik de juiste gereedschappen
- Snijd niet te diep in de doos. 

Slide 5 - Diapositive

Transportverpakking
Consumentenverpakking
Omverpakking

Slide 6 - Question de remorquage

Artikelen controleren
Nadat de omverpakking is uitgepakt moet je de artikelen controleren. 
Je controleert:
- zijn ze schoon?
- zijn ze onbeschadigd? Product zelf + barcode
- compleet? Niet compleet noteer ze op op MBtV-lijst. 

Slide 7 - Diapositive

5.2 Verpakkingsafval verwerken
Het is belangrijk afval goed te scheiden:
- voor het milieu 
- het kost ook geld om verpakkingsmateriaal af te voeren -> afval wordt opgehaald door gemeente


Slide 8 - Diapositive

Opdrachten
Maak opdracht 1  t/m 4

Slide 9 - Diapositive

5.3 Beprijzen, labelen en beveiligen
- Wettelijk verplicht om de prijs aan te geven van een artikel.
- Mag op het rek staan of op het artikel zelf.
- Moet inclusief BTW zijn in een winkel.

Slide 10 - Diapositive

Noem 2 voordelen van een prijskaartje

Slide 11 - Question ouverte

Voordelen prijskaartje
Wettelijk verplicht
Klant weet zonder hulp de prijs
De klant kan prijzen vergelijken
Risico klein dat de medewerker verkeerde prijzen ingeeft.

Nadeel: de klant zal minder snel onderhandelen en eerder van de koop afzien bijv. bij dure artikels zoals meubels of een auto.

Slide 12 - Diapositive

Beprijzen en labelen
Pricing = beprijzen = artikel voorzien van een prijs.
Dit kan met:
- voorgedrukte prijs op verpakking
- barcode
- prijssticker
- prijs op het schap

Slide 13 - Diapositive

Waar moet je opletten als je artikelen beprijsd?

Slide 14 - Question ouverte

Bij het beprijzen let op:
- Juiste prijs aanbrengen
- Voorkom schade
- Zorg ervoor dat de streepjescode zichtbaar is
- Check of je alle artikelen geprijsd hebt.

Slide 15 - Diapositive

Welke winkel heeft de prijzen op het schap?

Slide 16 - Carte mentale

Digitale prijskaartjes
Ook wel E-labels genoemd.
Voordelen:
- kunnen tegen een stootje
- makkelijk aan te passen
- Kunnen veel informatie geven

Nadeel: duurder

Slide 17 - Diapositive

Met het woord 'actiebeprijzing' wordt bedoeld:

Slide 18 - Question ouverte

Wat zie je op de foto?

Slide 19 - Question ouverte

Waar of niet waar? Beveilingstags zijn altijd zichtbaar
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Het vastmaken van de tags gebeurd altijd op dezelfde plek bij een artikel.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

5.4 Artikelen plaatsen en aanvullen in de winkel
Redenen om te vullen:
- Een volle winkel is aantrekkelijker
- Je hoeft geen 'Nee' tegen de klant te zeggen

Bijna iedere winkel heeft zijn eigen aanvulvoorschriften. 
Deze gaan over: de plek/de manier/het aantal/aantal zichtbare exemplaren/ wat te doen met de rest?

Slide 22 - Diapositive

Met de 'facing' van een artikel wordt bedoeld:
A
Het aantal zichtbare examenplaren
B
Het aantal dat je bijvult
C
Het aantal dat je bijbesteld.

Slide 23 - Quiz

facings
Het aantal facings van Nivea Invisible is 2 stuks.

Slide 24 - Diapositive

Wat is een schappenplan?
A
Plan voor het bijstellen van de voorraad
B
Een plan voor de manager welke schappen er gebruikt gaan worden.
C
Een plan hoe de schappen gevuld moeten worden

Slide 25 - Quiz

Waarom worden producten gespiegeld in een supermarkt?

Slide 26 - Question ouverte

Richtlijnen vullen
- lees de voorschriften goed door.
- Maak de schappen schoon
- Werk veilig tijdens het vullen. Let ook op de klanten zodat deze niet over je spullen vallen.
- Zet alles op de juiste plek. Dus geen lege plekken opvullen met andere producten.
- Controleer de informatie op de stelling. 

Slide 27 - Diapositive

LIFO
FIFO

Slide 28 - Diapositive

In een supermarkt vul je
A
LIFO
B
FIFO

Slide 29 - Quiz

LIFO
Nieuwste artikel wordt als eerste verkocht. DIt gebeurd bij artikelen die snel verkocht worden. Dit is het geval bij tijdelijke acties. Het is dan belangrijker dat er voorraad ligt dan dat de oude artikelen worden verkocht.

Slide 30 - Diapositive

TGT en THT
TGT= ten gebruiken tot
THT= te minste houdbaar tot

Slide 31 - Diapositive

Op dit product staat:
A
THT
B
TGT

Slide 32 - Quiz

Opdrachten
Maak de vragen t/m opdracht 7

Slide 33 - Diapositive

Kahoot
Maak een kahoot in 2-tallen met minimaal 10 vragen over dit hoofdstuk. 

Slide 34 - Diapositive