Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
bloedarmoede = anemie
Slide 1 - Diapositive
Welke symptomen passen bij bloedarmoede?
Slide 2 - Carte mentale
Epo wordt gemaakt in:
A
Beenmerg
B
Lever
C
Maag
D
Nieren
Slide 3 - Quiz
Aan welk stofje wordt zuurstof gebonden?
A
Hemoglobine
B
IJzer
C
Rode bloedcel
D
CO2
Slide 4 - Quiz
De meest voorkomende aandoening die bloedarmoede veroorzaakt is:
A
Chronische ontsteking
B
Darmkanker
C
Heftige ongesteldheid
D
Reuma
Slide 5 - Quiz
Wat is GEEN symptoom van bloedarmoede?
A
Bleek
B
Duizelig
C
Harde ontlasting
D
Koud hebben
Slide 6 - Quiz
In welke voedingsmiddelen zit ijzer? (voedingscentrum.nl)
Slide 7 - Carte mentale
Erythrocyt betekent
A
bloedplaatje
B
rode bloedcel
C
sikkelcel
D
witte bloedcel
Slide 8 - Quiz
de meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede is een tekort aan:
A
Hemoglobine
B
Foliumzuur
C
IJzer
D
Vitamine B12
Slide 9 - Quiz
Waarom helpen vitamine B12 tabletten vaak niet?
A
De darm kan vitamine B12 niet opnemen.
B
De maag maakt het juiste eiwit niet aan.
C
De lever werkt niet goed.
D
De nieren maken geen erytropoietine (EPO).
Slide 10 - Quiz
wat is GEEN symptoom van bloedarmoede?
A
hoofdpijn
B
kortademig
C
moe
D
veel plassen
Slide 11 - Quiz
Wat is bij de meeste gevallen van anemie de behandeling?
A
IJzerpreparaten (ferrofumaraat)
B
Foliumzuur
C
Vitamine B12 injecties
D
Bloedtransfusie
Slide 12 - Quiz
Stamcellen worden gemaakt in:
A
Beenmerg
B
Lever
C
Maag
D
Nieren
Slide 13 - Quiz
In de rode bloedcellen, in het Latijn A) genoemd, zit het eiwit B) waarin een heemgroep zit dat het mineraal C) bevat. Dit mineraal krijgen we binnen via onze voeding. Bij een tekort aan dit mineraal kan je last krijgen van D)
in het Latijn E)
erytrocyten
trombocyten
leukocyten
albumine
hemoglobine
bilirubine
IJzer
Vit. B12
EPO
Anemie
Polyurie
Bloedarmoede
Bloedingen
Slide 14 - Question de remorquage
Stamcellen worden gemaakt in:
A
Beenmerg
B
Lever
C
Maag
D
Nieren
Slide 15 - Quiz
Epo heeft EFFECT op
A
spieren
B
lever
C
maag
D
nieren
Slide 16 - Quiz
Wat is juist over de definitie van bloedarmoede? Er is/zijn te weinig:
A
Bloedvolume
B
IJzer
C
Rode bloedcellen
D
Zuurstof
Slide 17 - Quiz
Sleep de juiste omschrijvingen naar de juiste bloedcel.