Scheidingsmethoden deel 2

Kennen en Kunnen
  • Wat is een oplossing
  • Wat is het kookpunt
  • Wat is verdampen
  • Wat is condenseren
  • Wat is indampen
  • Wat is destilleren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Kennen en Kunnen
  • Wat is een oplossing
  • Wat is het kookpunt
  • Wat is verdampen
  • Wat is condenseren
  • Wat is indampen
  • Wat is destilleren

Slide 1 - Diapositive

Wat is de vorige theorieles besproken?

Slide 2 - Carte mentale

Wat je in iedergeval nog moet weten
  • Een suspensie is een mengsel tussen een vloeistof en een vaste stof die troebel is. Je kunt de vastestof deeltjes terug zien in het mengsel.
  • De vaste stof deeltjes zijn zwaarder dan de vloeistofdeeltjes daardoor kunnen ze naar de bodem zinken. Dit noem je bezinken.
  • Bezinken kun je versnellen door centrifugeren (rondslingeren).
  • De vaste stof deeltjes zijn ook groter hierdoor kun je het mengsel scheiden door filtratie (een soort van zeven met hele kleine gaatjes).
  • De stof die op het filter blijft liggen noem je residu, de stof die door het filter gaat noem je filtraat.

 

Slide 3 - Diapositive

Koken en verdampen.

Elke vloeistof die je gaat verwarmen kun je zo ver verwarmen dat de stof gaan koken. Tijdens het koken gaat de stof verdampen.


De temperatuur waarbij dit gebeurt noemen we het kookpunt.


Het kookpunt van zuiver water is 100 graden Celsius en dit is gelijk aan 373 Kelvin.  (Celsius + 273 = Kelvin)

Slide 4 - Diapositive

Koken bij een mengsel.

Omdat een mengsel uit verschillende stoffen bestaat heb je in het mengsel ook verschillende kookpunten. Die verschillende temperaturen zelf voormen het kooktraject.


Voorbeeld wijn (bestaat uit alcohol en water)

Alcohol heeft een kookpunt van 78 graden Celsius

Water heeft een kookpunt van 100 graden Celsius

Wijn heeft een kooktraject van 78 graden tot 100 graden Celsius.

Slide 5 - Diapositive

Koken is een faseovergang.
welke fase overgang is koken?
A
Van vast naar vloeibaar
B
van vloeibaar naar vast
C
van gas naar vloeibaar
D
van vloeibaar naar gas

Slide 6 - Quiz

Stoffen met een kookpunt zijn
A
zuivere stoffen
B
mengels

Slide 7 - Quiz

Een mengsel heeft een
A
kookpunt
B
Kooktraject

Slide 8 - Quiz

Mengsel scheiden, manier 1 = indampen

Omdat de kookpunten verschillen kun je warmte gebruiken om het mengsel uit elkaar te halen. Zeker als het kookpunt erg verschillend is.


Voorbeeld

Je verwarmt voorzichtig het mengsel wijn. Je houdt de temperatuur op 80  graden Celsius. De alcohol verdampt (wordt gas) en het water niet, dit blijft een vloeistof. In je bekerglas houd je water over.



Slide 9 - Diapositive

Mengsel scheiden, manier 1 = indampen

Een opgeloste vaste stof kan nog makkelijker uit het mengsel gehaald worden. De vaste stof (bijvoorbeeld zout) kookt niet (of bij een zeer hoge temperatuur). Het water, het oplosmiddel, kookt wel.


Je verdampt het oplosmiddel en je houdt de vaste stof over.


Slide 10 - Diapositive

Wat is een oplossing

Slide 11 - Question ouverte

Mengsel scheiden, manier 2 = destilleren

Bij indampen houdt je de vaste stof over en de vloeistof is verdampt (dus weg).

Soms wil je juist de damp behouden. Dan moet je de damp opvangen en condenseren (door af te koelen).

Dit noemen we destilleren.

Als we een deel van  het mengsel overhouden noemen we dit residu.

De opgevangen en gecondenseerde damp noemen we destillaat.


Slide 12 - Diapositive

Mengsel scheiden, manier 2 = destilleren

Voorbeeld

Als we wijn verwarmen dan verdampt de alcohol. Willen we deze alcohol gebruiken (maken van sterke drank) dan vangen we de alcohol damp op en koelen deze af met een koeler.

In het verwarmingsvat houden we een residu over (voornamelijk water met kleurstoffen) en na afkoelen hebben we het destillaat apart gekregen (voornamelijk alcohol). 


Slide 13 - Diapositive

Wat gebeurt er met een stof tijdens het koken?
A
De moleculen gaan sneller bewegen
B
De moleculen gaan sneller bewegen en uit elkaar
C
De moleculen gaan langzamer bewegen
D
De moleculen gaan langzamer bewegen en dichter bij elkaar

Slide 14 - Quiz

Welke fase overgang is koken (verdampen)?
A
van vast naar vloeibaar
B
van vloeibaar naar vast
C
van vloeibaar naar gas
D
van gas naar vloeibaar

Slide 15 - Quiz

Hoe heet de temperatuur waarbij de stof gaat koken?
A
verdamppunt
B
kookpunt
C
stolpunt
D
vriespunt

Slide 16 - Quiz

Wat is het kookpunt van water?
A
0 Graden Celsius
B
273 graden Celsius
C
100 graden Celsius
D
iets boven de 100 graden Celsius

Slide 17 - Quiz

100 graden Celsius = ... Kelvin
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K

Slide 18 - Quiz

Kennen en kunnen?
Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Carte mentale

Huiswerk

Maken de volgende odrachten van paragraaf 3.2

22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo