C1 U8 gramática

Unidad 8 gramática
1. herhaling ww gustar
2. ww doler
3. muy / mucho / mucho-a-os-as
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unidad 8 gramática
1. herhaling ww gustar
2. ww doler
3. muy / mucho / mucho-a-os-as

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

2. ww doler
1. het ww doler werkt op dezelfde manier als het ww gustar
2. het ww doler heeft een klinkerwisseling o-ue
3. het ww doler betekent zeer doen / pijn hebben
4. achter het ww doler komt een bepaald lidwoord + zelfst. nw 

Slide 3 - Diapositive

vervoeging doler
me
te
le                          + duele     (+ el / la + zelfst nw enkelvoud)
nos                      
os                         + duelen  (+ los / las + zelfst. nw. meervoud)
les

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden:
1a. Ik heb zere voeten. / Mijn voeten doen pijn.
1b. Me duelen los pies.

2a. Zij hebben hoofdpijn.
2b. Les duele la cabeza.

3a. Onze handen doen pijn.
3b. Nos duelen las manos.

Slide 5 - Diapositive

Geef de juiste vervoeging van doler:
A mí ... ......... la rodilla

Slide 6 - Question ouverte

Geef de juiste vervoeging van gustar:
A Ricardo y Pepe ... ............ jugar al fútbol

Slide 7 - Question ouverte

Geef de juiste vervoeging van doler:
A María no ... ........ nada.

Slide 8 - Question ouverte

Geef de juiste vervoeging van doler:
A mí y a Ana ... ........... la cabeza.

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Mijn hand doet geen zeer.

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Zij hebben buikpijn.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Haar benen doen pijn.

Slide 12 - Question ouverte

Mijn vader houdt van slapen.

Slide 13 - Question ouverte

3. muy / mucho / mucho-a-os-as
1a. muy (heel/erg) + bijvoeglijk naamwoord 
Ella es muy simpática.
1b. muy (heel/erg) + bijwoord
 Llega a casa muy tarde.
2. werkwoord + mucho (heel / erg / veel)
Me duele mucho la cabeza. (Ik heb erge hoofdpijn)
Comemos mucho. (Wij eten veel)

Slide 14 - Diapositive

3. muy / mucho / mucho-a-os-as
3. mucho-a-os-as + zelfstandig naamwoord (veel)
No tengo muchas amigas.
Hay muchas tiendas.
Tengo muchos deberes.
Hay mucha fruta.

Slide 15 - Diapositive

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Me gustan .... los helados

Slide 16 - Question ouverte

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Hay ... casas

Slide 17 - Question ouverte

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Ella está ... nerviosa.

Slide 18 - Question ouverte

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Miguel siempre come ...

Slide 19 - Question ouverte

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Juego ... al fútbol

Slide 20 - Question ouverte

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Vicente es ... alto

Slide 21 - Question ouverte